ECLI:NL:HR:2023:1506

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
22/03404
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over uitleg koopovereenkomst en inzagevordering in verbintenissenrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen een eiser, wonende in Singapore, en de Stichting Staedion, gevestigd te Den Haag. De eiser, vertegenwoordigd door advocaten B.T.M. van der Wiel en T. van Tatenhove, heeft cassatie ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het hof. De zaak betreft de uitleg van een koopovereenkomst en een inzagevordering op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere arrest in het incident van 24 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:314) voor het procesverloop tot dat moment.

De Advocaat-Generaal G. Snijders heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiser over de arresten van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In zijn beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van de eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Staedion zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03404
Datum3 november 2023
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende in Singapore,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaten: B.T.M. van der Wiel en T. van Tatenhove,
tegen
STICHTING STAEDION,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Staedion,
advocaten: P.A. Fruytier en J.P. Heering.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar zijn arrest in het incident in deze zaak van 24 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:314).
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [eiser] mede door H.A.A. Essebai, en voor Staedion mede door N. van Triet.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van [eiser] hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Staedion begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiser] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
3 november 2023.