Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest in het incident van 3 november 2020
[appellant] ,
Stichting Staedion,
Het geding
De (in het incident) vaststaande feiten
basis koopsom(€ 16.500.00,--), aan [naam b.v.] Daarnaast zou Staedion nog een
aanvullende koopsom(€ 1.500.000,--) en een (variabel)
winstdeelbetalen. Laatstgenoemde twee onderdelen van de koopprijs zouden één maand na de oplevering van een door Staedion (in samenwerking met Ballast Nedam b.v. (hierna: Ballast Nedam)) op het Perceel te realiseren woontoren (hierna: de [naam object] ) worden betaald . De hoogte van het
winstdeelwas, heel kort gezegd, afhankelijk van het aantal vierkante meter aan appartementen dat in de [naam object] zou worden verkocht.
aanvullende koopsomen het
winstdeelte betalen, heeft laatstgenoemde haar in rechte betrokken.
Vorderingen in eerste aanleg en beoordeling hiervan door de rechtbank
Gedurende de rechtbankprocedure heeft [naam b.v.] een 843a Rv-vordering ingesteld tot veroordeling van Staedion tot afgifte van de Raamovereenkomst en Beëindigingsovereenkomst.
Staedion is door het niet betalen van de
aanvullende koopsomen het
winstdeeltoerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, waardoor [naam b.v.] schade heeft geleden.
De exhibitie is gevorderd, zodat [naam b.v.] (de juistheid van) haar vordering tot betaling van schadevergoeding in de hoofdzaak (aanvullend) kon onderbouwen.
De vordering tot het betalen van een schadevergoeding in de vorm van de
aanvullende koopsomis (reeds) afgewezen, omdat niet bewezen is dat op Staedion ter zake van het Perceel een bouwplicht rustte.
De vordering tot het betalen van een schadevergoeding ter hoogte van het
winstdeelis afgewezen, omdat onvoldoende is onderbouwd dat met de verkoop van appartementen in de [naam object] winst zou zijn gemaakt. Het staat hierdoor niet vast dat [appellant] schade heeft geleden. Daarnaast laat de koopovereenkomst een leemte voor het geval
geenwinst zou worden gemaakt. Op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid is het, op het moment dat het onaannemelijk is dat er winst zou zijn gemaakt, onredelijk Staedion te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding.
De exhibitievordering is afgewezen, omdat deze te laat is ingesteld, waardoor de procedure - bij toewijzing - onredelijk zou worden vertraagd.
Incidentele vordering en de beoordeling hiervan
fishing expedition, waartoe art. 843a Rv geen grondslag biedt.