Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
,gehouden is de resultaten van dat onderzoek te doen opnemen in de (digitale) dossiers van die verwanten. [3]
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over erfbelasting. De belanghebbende, vertegenwoordigd door Y.E.J. Geradts, had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 augustus 2022. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de erfbelasting en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente. De belanghebbende is het enig kind en erfgenaam van erflaatster, die op een eerder moment is overleden. De aangifte erfbelasting voor de nalatenschap van de oma van de belanghebbende is eerder ingediend, maar er was onduidelijkheid over de verplichtingen van de Inspecteur om gegevens van andere belastingplichtigen te raadplegen.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Inspecteur in beginsel kon volstaan met het raadplegen van het dossier dat ter zake van het overlijden van erflaatster is aangelegd. Er bestond geen verplichting om ook het dossier van de nalatenschap van oma te raadplegen, omdat er geen geïntegreerde behandeling van belastingplichtigen was voorgeschreven. De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende over de uitspraak van het Hof verworpen en het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De beslissing van de Hoge Raad heeft implicaties voor de onderzoeksplicht van de Inspecteur bij het opleggen van aanslagen in erfbelasting, vooral in situaties waar meerdere nalatenschappen en belastingplichtigen betrokken zijn.