ECLI:NL:HR:2020:1411
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J. Koopman
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting en ambtelijk verzuim
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen de erfgenamen van [A]. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2010, die was opgelegd aan de erflater, [A], na zijn overlijden in december 2010. De erfgenamen betwistten de navorderingsaanslag, die door de Inspecteur was opgelegd op basis van een vermeend vervreemdingsvoordeel uit een aanmerkelijk belang in een BV. Het Gerechtshof Den Haag had geoordeeld dat de Inspecteur een ambtelijk verzuim had begaan door niet verder te onderzoeken naar aanleiding van de aangifte van de erflater, en dat de navorderingsaanslag daarom niet gerechtvaardigd was.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat de Inspecteur in beginsel mag uitgaan van de juistheid van de gegevens die de belastingplichtige in zijn aangifte heeft verstrekt, en dat hij niet altijd gehouden is om het dossier van de (fiscale) partner te raadplegen. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof een onjuiste maatstaf had gehanteerd door te stellen dat er een ambtelijk verzuim was, en dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling.
De Hoge Raad heeft geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken, en heeft de zaak terugverwezen voor verdere behandeling en beslissing met inachtneming van het arrest.