De Hoge Raad:
- verklaart het beroep in cassatie gegrond,
- vernietigt de uitspraak van het Hof, maar alleen voor zover deze de beslissing omtrent de vergoeding van immateriële schade betreft,
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, maar alleen voor zover deze de beslissing omtrent de vergoeding van immateriële schade betreft,
- veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van de aan het bezwaar toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op € 2.043,
- veroordeelt de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van de aan het beroep toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op € 1.957,
- draagt de Staatssecretaris van Financiën op aan belanghebbende te vergoeden de helft van het griffierecht dat belanghebbende voor de behandeling van het beroep in cassatie heeft betaald van € 541, derhalve € 270,50,
- draagt de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) op aan belanghebbende te vergoeden de helft van het griffierecht dat belanghebbende voor de behandeling van het beroep in cassatie heeft betaald van € 541, derhalve € 270,50,
- draagt de Inspecteur op aan belanghebbende te vergoeden de helft van het bij het Hof betaalde griffierecht ter zake van de behandeling van de zaak voor het Hof van € 519, derhalve € 259,50,
- draagt de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) op aan belanghebbende te vergoeden de helft van het bij het Hof betaalde griffierecht ter zake van de behandeling van de zaak voor het Hof van € 519, derhalve € 259,50,
- veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de helft van de kosten van belanghebbende voor het geding in cassatie, vastgesteld op € 3.036, derhalve € 1.518, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand,
- veroordeelt de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) in de helft van de kosten van belanghebbende voor het geding in cassatie, vastgesteld op € 3.036, derhalve € 1.518, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand,
- veroordeelt de Inspecteur in de helft van de kosten van belanghebbende voor het geding voor het Hof, vastgesteld op € 1.518, derhalve € 759, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en
- veroordeelt de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) in de helft van de kosten van belanghebbende voor het geding voor het Hof, vastgesteld op € 1.518, derhalve € 759, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.