ECLI:NL:HR:2021:1961
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak over vermakelijkhedenretributie door gemeente Beverwijk
In deze zaak heeft het Dagelijks Bestuur van Cocensus, vertegenwoordigd door [P], beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 oktober 2020, nr. 19/00534. Dit hoger beroep was gericht tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 18/2468) betreffende een aan belanghebbende, de Beverwijkse Bazaar BV, opgelegde aanslag in de vermakelijkhedenretributie voor het jaar 2012. De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarbij de klacht van het Dagelijks Bestuur van Cocensus faalde op de gronden die zijn vermeld in het arrest met nummer 20/03886 (ECLI:NL:HR:2021:1846). De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman had eerder geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft tevens bepaald dat het Dagelijks Bestuur van Cocensus in de proceskosten van belanghebbende wordt veroordeeld, vastgesteld op € 2.244 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de overige raadsheren op dezelfde datum.