In deze zaak heeft [eiseres] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen de vonnissen van het hof, waarbij Apotheek Eemnes c.s. als verweerders zijn opgetreden. De zaak betreft een uitleg van de statutaire aanbiedingsregeling en de aandeelhoudersovereenkomst in het kader van het vennootschapsrecht. De Hoge Raad heeft op 1 november 2019 uitspraak gedaan en het cassatieberoep verworpen. De advocaat-generaal W.L. Valk had eerder geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van [eiseres] schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 RO, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan [eiseres] opgelegd, begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vicepresident en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken door raadsheer C.E. du Perron.