Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
in eerste aanleg: gedaagde in conventie,
niet verschenen,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
hierna: [geintimeerde sub 2 zijnde BV] ,
[geintimeerde sub 3],
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
hierna: [geintimeerde sub 3] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
Bij (…)
wijziging van de aandeelhouders in een aandeelhouder-rechtspersoon door toetreden van andere natuurlijke of rechtspersonen als aandeelhouder dan zij die tot op dat moment aandeelhouder waren (…) moeten zijn aandelen worden aangeboden met inachtneming van het in de navolgende leden van dit artikel bepaalde.
Degenen, die tot tekoopaanbieding van één of meer aandelen zijn gehouden, dienen binnen dertig dagen na het ontstaan van die verplichting (…) van hun aanbieding aan de directie kennis te geven. Bij gebreke daarvan zal de directie de tot aanbieding verplichte persoon mededeling doen van dit verzuim en hen daarbij wijzen op de bepalingen van de vorige zin.
De verplichting tot aanbieding van aandelen op grond van het bepaalde in dit artikel heeft tot gevolg, dat gedurende het bestaan van die verplichting de aan de aandelen verbonden rechten voor zover die aan de aandeelhouder toekomen niet kunnen worden uitgeoefend indien en voor zolang de aandeelhouder in verzuim is aan deze verplichting te voldoen.
3.De beoordeling
wijziging van de aandeelhouders in een aandeelhouder-rechtspersoon door toetreden van andere natuurlijke of rechtspersonen als aandeelhouder dan zij die tot op dat moment aandeelhouder waren’, zoals in artikel 15 lid 1 sub g van de statuten omschreven.
“Tussen beide normen bestaat geen tegenstelling, maar een vloeiende overgang. Enerzijds heeft ook bij toepassing van de Haviltexnorm te gelden dat, indien de inhoud van een overeenkomst in een geschrift is vastgelegd (…) de argumenten voor een uitleg van dat geschrift naar objectieve maatstaven aan gewicht winnen in de mate waarin de daarin belichaamde overeenkomst naar haar aard meer is bestemd de rechtspositie te beïnvloeden van derden die de bedoeling van de contracterende partijen uit dat geschrift en een eventueel daarbij behorende toelichting niet kunnen kennen en het voor de opstellers voorzienbare aantal van die derden groter is, terwijl het geschrift ertoe strekt hun rechtspositie op uniforme wijze te regelen. Anderzijds leidt de CAO-norm niet tot een louter taalkundige uitleg (…)”.
wijziging van de aandeelhouders in een aandeelhouder-rechtspersoon door toetreden van andere natuurlijke of rechtspersonen als aandeelhouder dan zij die tot op dat moment aandeelhouder waren’, zoals in artikel 15 lid 1 sub g van de statuten omschreven, in het onderhavige geval heeft plaatsgehad. [appellant zijnde BV] is immers aandeelhouder-rechtspersoon in Apotheek Eemnes. [naam bestuurder] heeft zijn aandelen in [appellant zijnde BV] overgedragen aan de Stak: een derde die tot dan toe geen aandeelhouder van [appellant zijnde BV] was. De Stak trad daarmee als aandeelhouder in de aandeelhouder-rechtspersoon toe.
dat partijen niet wilden dat één van hen zonder toestemming van de ander een derde bij de samenwerking zou betrekken’ (punt 7 van de memorie van grieven). Namens [appellant zijnde BV] is geen toelichting gegeven die voor het oprichten van de Stak en de aandelenoverdracht een andere verklaring geeft dan het - kennelijk met voormelde bedoeling in strijd- zonder toestemming van de andere partij kunnen betrekken van een derde bij [appellant zijnde BV] als aandeelhouder van Apotheek Eemnes. Het voorbeeld waarmee [naam bestuurder] tijdens de comparitie in hoger beroep de behoefte aan het oprichten van de Stak en de aandelenoverdracht heeft geïllustreerd, geeft evenmin blijk van een andere bedoeling. Volgens [naam bestuurder] zou dit namelijk mogelijk maken dat, in geval van zijn overlijden, zijn broer bij [appellant zijnde BV] zou worden betrokken.