Uitspraak
gevestigd te Düsseldorf, Bondsrepuliek Duitsland
gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
board reserved matteren over de vraag of, in welke mate en op welke wijze informatie moet worden verschaft, en (v) het meer of anders verzochte afgewezen.
De Ondernemingskamer zal de desbetreffende onmiddellijke voorziening beëindigen. De Ondernemingskamer zal de bevoegdheden die in de beschikking van 14 maart 2013 aan de commissaris zijn gegeven, te weten het bindend kunnen beslissen inzake geschillen tussen partijen over de vraag of een te nemen besluit moet worden aangemerkt als een
board reserved matteren over de vraag of, in welke mate en op welke wijze informatie moet worden verschaft, bij wijze van onmiddellijke voorziening toekennen aan de beheerder van de aandelen. Ter bescherming van de belangen van Riamo, bepaalt de Ondernemingskamer bij wijze van onmiddellijke voorziening ten slotte dat DPH niet langer zelfstandig bevoegd is om Novero als bestuurder te vertegenwoordigen. Voor verdere onmiddellijke voorzieningen ziet de Ondernemingskamer geen aanleiding.”
De hiertegen gerichte klacht (onder 1.1.b) faalt.
De ondernemingskamer heeft voorts bepaald, ter bescherming van de belangen van Riamo, dat DPH niet langer zelfstandig bevoegd is Novero als bestuurder te vertegenwoordigen. In het licht van hetgeen hiervoor in 3.6.1 is overwogen, getuigt het oordeel van de ondernemingskamer niet van een onjuiste rechtsopvatting. Het is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Ook de andere klachten van onderdeel 1 falen dus.
4.Beslissing
11 juli 2014.