ECLI:NL:HR:2013:BY7673
Hoge Raad
- Cassatie
- M.W.C. Feteris
- C. Schaap
- P.M.F. van Loon
- R.J. Koopman
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Kwade trouw belastingadviseur en voorwaardelijk opzet bij navorderingsaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2003, opgelegd aan belanghebbende, die een uitkering van een verzekeringsmaatschappij had ontvangen. De Inspecteur handhaafde de navorderingsaanslag en de boete na bezwaar, maar de Rechtbank te Haarlem vernietigde deze beslissingen. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de navorderingsaanslag bevestigd, waarbij het oordeelde dat de adviseur van belanghebbende te kwader trouw had gehandeld. Belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft aangenomen dat de adviseur met voorwaardelijk opzet heeft gehandeld. De Hoge Raad stelt vast dat de adviseur had moeten nagaan of de uitkering uit de kapitaalverzekering belastbaar was, maar dat het nalaten hiervan niet automatisch betekent dat er sprake was van bewuste aanvaarding van de kans op belastingontduiking. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het beroep in cassatie gegrond. De Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.