ECLI:NL:HR:2012:BW8307
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de ontbinding van een software-overeenkomst en de toepassing van de klachtplicht en onzekerheidsexceptie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Tyco Fire and Security Nederland B.V. (eiseres) en Delata B.V. (verweerster). De zaak betreft een geschil over de ontbinding van een software-overeenkomst die tussen Tyco en Delata was gesloten. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam en het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar Delata een vordering had ingesteld tegen Tyco voor betaling van een factuur van € 68.267,--. Tyco had de betaling opgeschort en zich beroepen op ontbinding van de overeenkomst, omdat Delata volgens haar niet had voldaan aan de verplichtingen uit de overeenkomst, met name het leveren van software-updates.
De rechtbank had de vordering van Delata afgewezen, maar het hof vernietigde dit vonnis en veroordeelde Tyco tot betaling. Tyco ging in cassatie, waarbij de Hoge Raad de vraag behandelde of Tyco terecht een beroep deed op de klachtplicht (art. 6:89 BW) en de onzekerheidsexceptie (art. 6:263 BW). De Hoge Raad oordeelde dat Tyco niet in verzuim verkeerde en dat de ontbinding van de overeenkomst terugwerkende kracht had, waardoor Tyco niet verplicht was de factuur te betalen. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij Delata werd veroordeeld in de kosten van het geding.
Deze uitspraak benadrukt de belangrijke juridische principes van de klachtplicht en de onzekerheidsexceptie in het civiele recht, evenals de voorwaarden waaronder een overeenkomst kan worden ontbonden. De Hoge Raad bevestigt dat een partij die haar verplichtingen niet nakomt, niet kan eisen dat de andere partij haar verplichtingen nakomt, en dat een ontbinding van de overeenkomst ook gevolgen kan hebben voor reeds verstreken verplichtingen.