Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Flexper Group B.V.te Amersfoort, in eerste aanleg: eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
behoudens ingeval [appellant] persoonlijk aan de orde komt,
International Immovables,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
Ik kan u mede delen dat uw website zo meteen online staat op het volgende adres: http://voskozijnen.nl/ (…) Wanneer de website online staat, kunt u via de volgende link en gegevens inloggen in het CMS systeem.”√
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
€ 1.143,45 voor de kosten van het heractiveren, aanpassen en online brengen van zijn oude website; € 832 aan onverschuldigd betaalde facturen, € 150 voor de betaalde borg en € 1.650 aan kosten gemachtigde.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
waarmee we de website kunnen verhuizen en de website mee online kunnen zetten”. Vanaf in ieder geval 12 december 2014 wist Flexper dat [geïntimeerde] de website niet door haar wilde laten hosten. Flexper heeft 17 december 2014 aan [geïntimeerde] medegedeeld dat zij de website online zou plaatsen op de server van een derde. Op 19 december 2014 is de oude website van [geïntimeerde] offline gehaald. Flexper zond daarna voor haar werkzaamheden facturen. [geïntimeerde] heeft de facturen voor de maand januari 2015 (gedateerd 9 januari 2015) en van daarna onbetaald gelaten. In februari 2015 heeft [geïntimeerde] de oude website van zijn bedrijf weer online geplaatst. Bij e-mail van 12 maart 2015 heeft [geïntimeerde] aan Flexper een brief gedateerd 10 maart 2015 toegezonden met een ingebrekestelling; uiterlijk op 20 maart 2015 dienden de door hem genoemde geconstateerde gebreken hersteld te zijn, bij gebreke waarvan hij Flexper in verzuim, en de overeenkomst als ontbonden zou beschouwen. [geïntimeerde] noemt in zijn brief zes punten, waarvan de belangrijkste zijn dat de website niet (tijdig) online is geplaatst en in elk geval niet vindbaar of bereikbaar is, dat de mobiele website en de app niet beschikbaar zijn en dat de beloofde statistieken niet zijn aangeleverd, terwijl uit zijn eigen gegevens blijkt dat de bezoeken aan zijn website dramatisch zijn afgenomen. Voorts klaagt hij onder meer over traagheid aan de zijde van Flexper. In een brief van 19 maart 2015 heeft Flexper een en ander bestreden. Partijen hebben over en weer, van meet af aan dan wel in het kader van de latere procedures, beroep gedaan op opschorting van hun verplichtingen. [geïntimeerde] heeft niet meer betaald. De kantonrechter heeft de vorderingen van Flexper tot incasso van de overeengekomen maandtermijnen c.a. afgewezen en de vordering van [geïntimeerde] voor schadevergoeding in verband met het terugplaatsen van de oude website deels toegewezen.
Uiteindelijk zullen we ook een verhuistoken nodig hebben. Dit is een code waarmee we de website kunnen verhuizen en de website mee online kunnen zetten” en de e-mail van [C] van 8 december 2014: “
Wij missen van u nog een verhuistoken. Dit verhuistoken (een code) kunt u opvragen bij uw huidige host.” gaat niet op nu beide mails dateren van ná het sluiten van de overeenkomst. Deze latere mails van de kant van Flexper kunnen geen additionele verplichtingen opleggen aan de andere contractspartij [geïntimeerde] en zijn onvoldoende om aan te nemen dat partijen op dit punt met de overeenkomst hadden bedoeld wat Flexper betoogt. Daarnaast stelt het hof vast dat in de toelichting op de grieven door Flexper niet wordt ingegaan op de overweging van de kantonrechter in het bestreden vonnis, inhoudende dat in de e-mail van [C] van Flexper van 12 december 2015 wordt gevraagd aan [geïntimeerde] om een verhuistoken aan te leveren
of(onderstreping kantonrechter) de logingegevens waarmee [C] de DNS kon aanpassen. [geïntimeerde] heeft aan dat verzoek voldaan door de logingegevens aan te leveren. Daarna heeft Flexper met een e-mail van 17 december 2014 bevestigd dat de website “zo meteen” online zou staan, zo heeft de kantonrechter overwogen (rechtsoverweging 4.2). Flexper is daarop in het geheel niet ingegaan. De stelling van Flexper bij akte in hoger beroep dat [geïntimeerde] wist dat Flexper het verhuistoken nodig had, kan haar dus niet baten nu dit niet als een verplichting van [geïntimeerde] is overeengekomen. Voorts heeft Flexper erkend dat ondanks het ontbreken van het token, de website online geplaatst kon worden (akte in hoger beroep sub 4). Het valt dan ook niet in te zien dat Flexper moest beschikken over dat token om de website online te kunnen zetten.
wordt getracht de website binnen 21 dagen, na ontvangst van het volledige materiaal ten behoeve van de overige pagina's, af te werken en online gebracht via de vastgestelde domeinnaam". Op 3 november 2014 is [geïntimeerde] akkoord gegaan met de testversie. Flexper heeft erkend dat uiteindelijk in samenspraak werd besloten om de website via 'DNS' online te plaatsen, hoewel dat niet de voorkeur van Flexper geniet (inleidende dagvaarding sub 23). Een website plaatsen via 'DNS' houdt in dat de website bij een andere server wordt gehost en dan doorgeschakeld wordt naar de server van Flexper, aldus Flexper. Flexper heeft op 17 december 2014 aan [geïntimeerde] meegedeeld dat de website ”
zo meteen online staat”. Of dat tijdig was, en zo niet, of dat dan tot verzuim van Flexper heeft geleid, kan gelet op het volgende evenwel in het midden blijven.
Op dit ontwerp hebben wij van u op 03 november 2014 een goedkeuring mogen ontvangen en wij hebben u gevraagd ons in het bezit te stellen van de verhuistoken welke nodig is voor het verhuizen van de domeinnaam.Wijhebben tot op de dag van vandaag echter geen verhuistoken van u mogen ontvangen enkonden derhalve uw website niet online plaatsen.Wij sturen u bij deze nogmaals de link waarop u uwtoekomstige websitekunt bekijken, te weten (…) Na goedkeuring van uw website en de ontvangst van uw verhuistoken zal de mobiele website en uw mobiele APP worden uitgewerkt en in de Android markt geplaatst.” (onderstreping hof).
Indien de Abonnee openstaande facturen heeft, kan geen enkele vorm van aansprakelijkheid ten laste van Flexper worden ingeroepen” faalt reeds omdat, gelet op wat hiervoor is overwogen, de verplichting van [geïntimeerde] om de facturen te betalen terecht is opgeschort (en vervolgens, na de ontbinding, is getroffen door een ongedaanmakingsverbintenis) doordat Flexper is tekortgeschoten in haar verplichtingen. Onder die omstandigheden kan niet worden aangenomen dat het in artikel 5 algemene voorwaarden bedoelde geval zich voordoet en kan van openstaande facturen in de zin van artikel 5 algemene voorwaarden niet worden gesproken. De grief faalt.
6.De slotsom
€ 1.114,-+ (1 punt x tarief 2)