Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de vennootschap onder firma Coffeeshop H&L,
[appellant2],
[appellant3],
Jacobs Douwe Egberts Pro Nl B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
“storing verfholpen. melk is zuur. machine gereinigt. een nieuw pak melk samen met de eigenaar getest of de smaaknaar wens was. Klant gebruikt verse melk (ipv van houdbare melkl.”€ 172,73 gefactureerd (hierna ook: de servicefactuur).
“melkbak”heeft gegeven en van bedorven melk geen sprake was.
“TKB”bij wie de factuur in behandeling is.
“eventueel”wordt teruggetrokken. Nadat H&L had aangegeven de huurfactuur dan te voldoen, heeft DE intern voorgesteld de kwestie op die manier af te wikkelen. Uit het dossier blijkt niet dat DE H&L over de uitkomst van haar interne traject heeft geïnformeerd.
“onderhoudscontract”: de koffiemachine wordt niet onderhouden. Daardoor is een defect ontstaan en kan de machine al langere tijd niet op een normale manier worden gebruikt, terwijl H&L van DE bovendien geen producten geleverd krijgt. H&L heeft verder erop gewezen dat zij in brieven heeft uitgelegd hoe zij over de situatie denkt, dat zij daarop geen reactie heeft mogen ontvangen en dat zij, nu DE ook niet probeert om een passende oplossing te vinden, het contract niet wenst te continueren.
“Suma Milkclean”€ 93,63 aan H&L gefactureerd. De koffiemachine is op 31 mei 2017 door DE teruggenomen.
Hiermee ligt de discussie tussen partijen open. Het hof zal eerst ingaan op de vraag wie van de twee partijen in verzuim is geraakt. DE stelt dat dit H&L is, omdat H&L niet had mogen weigeren om de servicefactuur van € 172,73 te betalen. H&L ontkent dat zij die factuur moest betalen en voert aan dat de reparatie van 16 januari 2015, waarvoor DE haar die factuur had gestuurd, in het BSP pakket viel zodat DE daarvoor geen kosten in rekening mocht brengen. Het hof is het op dit punt met H&L eens en licht dit als volgt toe.
“een nieuw pak (verse) melk”in de machine heeft gezet en dat de koffie vervolgens weer goed smaakte is dan ontoereikend om aan te nemen dat de storing was veroorzaakt doordat er zure melk in de koffiemachine zat. Over de aard van de storing is niets bekend. In het licht hiervan is het door DE ter comparitie in hoger beroep aangeboden bewijs dat in januari 2015 in de koffiemachine zure melk is aangetroffen, niet ter zake doende en wordt aan dat aanbod voorbij gegaan.
Los hiervan heeft zij niet uiteengezet dat het gebruik van de melk die niet door haar was geleverd heeft geleid tot de storing van 16 januari 2015. Dat de koffiemachine
mogelijkniet geschikt is voor andere melk, is daarvoor onvoldoende.
Op de comparitie in hoger beroep heeft DE nog aangevoerd dat de bevoegdheid tot opschorting en verrekening bij huurovereenkomst is uitgesloten. Dat verweer had DE zowel in eerste aanleg als bij memorie van antwoord nog niet gevoerd. Zij had betoogd dat H&L geen beroep op een opschortingsrecht toekomt omdat zij de servicefactuur ten onrechte niet heeft betaald en de koffiemachine kon blijven gebruiken, en dat opschorting van de huur in geen verhouding staat tot het bedrag van de servicefactuur. Gezien de ‘twee conclusie’-regel gaat het hof daarom voorbij aan het late beroep van DE op de contractuele uitsluiting van de bevoegdheid tot opschorting.
“Suma Milkclean 2 liter”heeft ontvangen. Het lag daarna op de weg van DE om te onderbouwen dat H&L dat product heeft besteld en geleverd gekregen, en daarvan bewijs aan te bieden. Dat laatste heeft DE niet gedaan. Ook deze vordering wordt daarom afgewezen.
4.De slotsom
843,80