ECLI:NL:HR:2012:BV9532
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet wegens diefstal en de afweging van persoonlijke omstandigheden
In deze zaak gaat het om de vraag of het ontslag op staande voet van een werknemer, [eiser], door zijn werkgever, De Bijenkorf, gerechtvaardigd was. [Eiser] was sinds september 2002 in dienst bij De Bijenkorf en was werkzaam als medewerker logistiek. Op 16 april 2009 werd hij betrapt op het proberen mee te nemen van goederen zonder betaling, wat leidde tot zijn ontslag op staande voet op 17 april 2009. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet gerechtvaardigd was, omdat de persoonlijke omstandigheden van [eiser] in de beoordeling moesten worden betrokken. Het hof vernietigde dit vonnis en wees de vordering van [eiser] af, waarbij het oordeelde dat de onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking gerechtvaardigd was, gezien de strikte huisregels van De Bijenkorf omtrent diefstal en de verhoogde diefstalrisico's in de detailhandel.
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof en oordeelde dat de redenen voor het ontslag voldoende zwaarwegend waren. De persoonlijke omstandigheden van [eiser] konden niet afdoen aan de gerechtvaardigdheid van het ontslag, aangezien hij bekend was met de huisregels en de gevolgen van zijn handelen. De Hoge Raad verwerpt het beroep van [eiser] en veroordeelt hem in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van De Bijenkorf zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.