In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland, waarin de voorzieningenrechter had geoordeeld dat het ontslag op staande voet van [woonplaats] door Kone Deursystemen B.V. niet rechtsgeldig was. Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter overgenomen en beoordeeld of het ontslag op staande voet terecht was gegeven. Kone had [woonplaats] op 28 november 2012 ontslagen vanwege het niet naleven van veiligheidsvoorschriften. Het hof oordeelt dat Kone voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een dringende reden voor het ontslag, en dat de persoonlijke omstandigheden van [woonplaats] niet opwegen tegen de ernst van de overtredingen. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en wijst de gevraagde voorzieningen af, waarbij [woonplaats] wordt veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen Kone op basis van het eerdere vonnis heeft betaald. Tevens wordt [woonplaats] in de proceskosten veroordeeld.