ECLI:NL:HR:2011:BR0403
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Terugverwijzing van een strafzaak na cassatie met betrekking tot de ontvankelijkheid van het hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1947 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het Hof dat hem niet-ontvankelijk had verklaard in zijn hoger beroep. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere arresten en behandelt de vraag of het hoger beroep tijdig was ingesteld. De verdachte was op 12 november 2004 op de hoogte gesteld van een vonnis, maar stelde pas op 27 oktober 2005 hoger beroep in. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de verdachte terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn hoger beroep, omdat het hoger beroep buiten de beroepstermijn was ingesteld. De Hoge Raad bevestigt dat de eerdere getuigenverklaringen, afgelegd tijdens eerdere zittingen, ook in deze procedure gebruikt mochten worden, mits deze op de juiste wijze zijn voorgelezen of samengevat. De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat het bestreden arrest vernietigd moest worden en de zaak terugverwezen naar het Hof voor herbehandeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte, waarmee de beslissing van het Hof in stand blijft.