ECLI:NL:HR:2008:BF3297

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/11473
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.W. Ilsink
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vooruitlopen op verklaring getuige in cassatieprocedure

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 1 februari 2007 uitspraak deed in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1947 en zonder bekende woon- of verblijfplaats. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Hof voor herbehandeling.

De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte vooruitliep op de inhoud van de verklaring van een getuige, genaamd Jubithana. Het Hof had het verzoek van de raadsman om deze getuige te horen afgewezen, onder de veronderstelling dat het standpunt van de getuige bekend en betrouwbaar was. De Hoge Raad oordeelt dat deze afwijzing onvoldoende gemotiveerd was en dat het Hof niet had mogen aannemen dat de verklaring van de getuige zonder meer betrouwbaar was.

De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht op het bestaande hoger beroep. De beslissing van de Hoge Raad is genomen op 18 november 2008, waarbij de vice-president F.H. Koster de zitting heeft geleid, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

18 november 2008
Strafkamer
nr. 07/11473
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 1 februari 2007, nummer 20/011489-05, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1947, thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt onder meer dat het Hof het verzoek tot het horen van de getuige Jubithana ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd heeft afgewezen.
2.2. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt onder meer het volgende in:
"De raadsman verklaart, zakelijk weergegeven:
(...)
Primair ben ik van mening dat de verklaring van [betrokkene 1] onvoldoende is om vast te kunnen stellen dat mijn cliënt op de hoogte was van het vonnis. Bij zijn aanhouding op 24 oktober 2005 werd het vonnis aan hem medegedeeld en hij heeft vervolgens binnen veertien dagen hoger beroep ingesteld. Mijns inziens is hij derhalve ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Subsidiair, indien het hof mijn mening niet deelt, doe ik het verzoek om [betrokkene 1] ter terechtzitting te horen.
(...)
Met betrekking tot het subsidiaire verweer overweegt het hof gelet op het vorenstaande als volgt:
Nu het standpunt van [betrokkene 1] omtrent de gang van zaken tijdens het verhoor bekend is en betrouwbaar wordt geacht, acht het hof het niet noodzakelijk om haar tenaanzien van haar standpunt alsnog te horen.
Het hiertoe strekkende verzoek van de raadsman wordt mitsdien afgewezen."
2.3. Door te overwegen dat het standpunt van de getuige omtrent de gang van zaken tijdens het verhoor bekend is en betrouwbaar wordt geacht, is het Hof ten onrechte vooruitgelopen op de inhoud van de verklaring van die getuige.
2.4. Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de middelen voor het overige geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 18 november 2008.