ECLI:NL:HR:2008:BF3297
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vooruitlopen op verklaring getuige in cassatieprocedure
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 1 februari 2007 uitspraak deed in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1947 en zonder bekende woon- of verblijfplaats. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Hof voor herbehandeling.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte vooruitliep op de inhoud van de verklaring van een getuige, genaamd Jubithana. Het Hof had het verzoek van de raadsman om deze getuige te horen afgewezen, onder de veronderstelling dat het standpunt van de getuige bekend en betrouwbaar was. De Hoge Raad oordeelt dat deze afwijzing onvoldoende gemotiveerd was en dat het Hof niet had mogen aannemen dat de verklaring van de getuige zonder meer betrouwbaar was.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht op het bestaande hoger beroep. De beslissing van de Hoge Raad is genomen op 18 november 2008, waarbij de vice-president F.H. Koster de zitting heeft geleid, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.