ECLI:NL:HR:2011:BQ3883
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van de schuldsaneringsregeling en griffierechten in cassatie
In deze zaak gaat het om de toepassing van de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) in relatie tot de schuldsaneringsregeling. De opposant, mr. S.M. Kingma, heeft namens [betrokkene 1] verzet aangetekend tegen de beslissing van de griffier van de Hoge Raad om griffierechten te heffen bij een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank Utrecht had op 6 december 2010 het verzoek van [betrokkene 1] afgewezen, waarna het gerechtshof te Amsterdam dit vonnis op 17 januari 2011 bekrachtigde. Vervolgens heeft [betrokkene 1] beroep in cassatie ingesteld, waarbij het griffierecht van € 294,-- door de griffier werd geïncasseerd. De opposant betoogde dat op grond van art. 4 lid 2, aanhef en onder i, Wgbz, geen griffierecht verschuldigd is voor verzoeken tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, niet alleen in eerste aanleg, maar ook in hoger beroep en cassatie. De Hoge Raad heeft de wetgeving en de parlementaire geschiedenis in overweging genomen en geconcludeerd dat de wetgever geen financiële drempels wilde opwerpen voor personen die een verzoek indienen tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De Hoge Raad heeft het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat er geen griffierecht verschuldigd is voor de indiening van een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in cassatie. Deze beslissing is op 8 juli 2011 openbaar uitgesproken.