ECLI:NL:GHAMS:2011:BV1408

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.091.68801
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen griffierecht verschuldigd voor verzoekschrift tot wettelijke schuldsaneringsregeling

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, hebben verzoekers X en Y bezwaar gemaakt tegen het in rekening brengen van het volledige griffierecht voor hun verzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De verzoekers stellen dat op grond van artikel 4 lid 2 sub i van de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) geen griffierecht verschuldigd is voor dit verzoekschrift, en dat dit ook geldt voor hoger beroep. Ze verwijzen naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 8 juli 2011, LJN BQ3883, ter ondersteuning van hun standpunt. De verzoekers vragen om terugbetaling van het reeds betaalde griffierecht.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 3 augustus 2011 door de griffie is ontvangen, waarin de verzoekers in verzet zijn gekomen tegen een beslissing van de griffier van 28 juni 2011. In deze beslissing had de griffier een bedrag van € 284,- aan vast recht geheven in een andere zaak met zaaknummer 200.089.312/01. Dit bedrag was op 12 juli 2011 voldaan door de verzoekers. De zaak betreft een hoger beroep tegen de afwijzing van de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.

Het hof heeft de bestreden beslissing beoordeeld en geconcludeerd dat artikel 4 lid 2 sub i Wgbz zo moet worden geïnterpreteerd dat er geen griffierecht verschuldigd is, niet alleen in eerste aanleg, maar ook in hoger beroep voor de indiening van een verzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Dit leidt tot de conclusie dat het bezwaar van de verzoekers gegrond is en dat er geen griffierecht geheven dient te worden. Het hof heeft daarom besloten het verzet gegrond te verklaren en de griffier te gelasten de nota van € 284,- te crediteren.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ELFDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
BESCHIKKING
op het verzet op grond van art. 29 Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) van:
1. X,
2. Y,
3. mr. L. de Jong, kantoorhoudende te Purmerend,
verzoekers.
1. De procedure
Bij op 3 augustus 2011 door de griffie ontvangen verzoekschrift zijn verzoekers in verzet gekomen tegen de hierna te noemen beslissing van de griffier van dit hof van 28 juni 2011.
Het hof heeft beschikking bepaald op heden.
2. Bestreden beslissing
Bij beslissing van 28 juni 2011 heeft de griffier van dit hof in de zaak met zaaknummer 200.089.312/01 een bedrag van € 284,- aan vast recht geheven, welk bedrag op 12 juli 2011 is voldaan.
De zaak betreft een hoger beroep tegen de afwijzing van toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.
3. Verzoek
Verzoekers maken bezwaar tegen het in rekening brengen van het volledige griffierecht.
Zij stellen dat op grond van artikel 4 lid 2 sub i Wgbz geen griffierecht is verschuldigd voor een verzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de wettelijke schuldsaneringsregeling en dat in hoger beroep dan evenmin griffierecht geheven dient te worden. Verzoekers verwijzen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 8 juli 2011, LJN BQ3883. Zij verzoeken het betaalde griffierecht terug te storten.
4. Beoordeling
4.1. Artikel 4 lid 2 sub i Wgbz dient conform bovengenoemde uitspraak van de Hoge Raad van 8 juli 2011 aldus uitgelegd te worden dat niet slechts in eerste aanleg, maar ook in hoger beroep geen griffierecht verschuldigd is voor de indiening van een verzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de wettelijke schuldsaneringsregeling.
4.2. Het voorgaande leidt ertoe dat het bezwaar van verzoekers gegrond is en dat alsnog geen griffie¬recht geheven dient te worden.
4.3. Dit leidt tot de volgende beslissing.
5. Beslissing
Het hof verklaart het verzet gegrond en gelast de griffier in de zaak met zaaknummer 200.089.312/01 de nota ad € 284,- te crediteren.
Deze beschikking is gegeven door mrs. W.J.J. Los, W.J. van den Bergh en G.C.C. Lewin en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 6 september 2011.