ECLI:NL:HR:2012:BV2020
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens niet tijdig voldoen griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2012 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep van Atrecht Holding BVBA. De zaak betreft een cassatieberoep tegen de faillietverklaring van Atrecht Holding, waarbij de vraag centraal staat of het griffierecht tijdig is voldaan. De Hoge Raad oordeelt dat Atrecht Holding het verschuldigde griffierecht van € 710,-- niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid in het beroep. De termijn voor het voldoen van het griffierecht liep af op 26 augustus 2011, maar Atrecht Holding heeft dit bedrag niet tijdig gestort. De Hoge Raad stelt vast dat de heffing van griffierechten een beperking vormt van het recht op toegang tot de rechter, maar dat deze beperking niet in strijd is met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), zolang het recht op toegang tot de rechter in zijn kern niet wordt aangetast. De Hoge Raad concludeert dat er geen bewijs is dat Atrecht Holding niet in staat was om het griffierecht te voldoen, bijvoorbeeld door bijdragen van aandeelhouders of bestuurders. De conclusie van de Advocaat-Generaal, die ook tot niet-ontvankelijkheid adviseerde, wordt gevolgd. De Hoge Raad verklaart Atrecht Holding niet-ontvankelijk in haar cassatieberoep.