ECLI:NL:HR:2010:BM9607
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot nihilstelling en wijziging van kinder- en partneralimentatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de wijziging van kinder- en partneralimentatie. De man, die als postbode werkt, had verzocht om nihilstelling of wijziging van de alimentatieverplichtingen die hij aan de vrouw diende te voldoen. De rechtbank had zijn verzoek afgewezen, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage had het verzoek gedeeltelijk toegewezen, wat leidde tot onvrede bij de vrouw. De vrouw heeft cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, waarbij zij acht middelen aanvoerde.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof een onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd bij de beoordeling van de draagkracht van de man. De Hoge Raad stelde vast dat de man, ondanks zijn lagere werkelijke inkomen, in staat moest worden geacht een hoger jaarinkomen te verwerven. Dit betekende dat de inkomensvermindering van de man, die niet voor herstel vatbaar was, niet in aanmerking mocht worden genomen bij de bepaling van zijn draagkracht voor de reeds verstreken periode. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en bekrachtigde de beschikking van de rechtbank, die het verzoek van de man had afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van de draagkracht bij alimentatiezaken en de noodzaak om rekening te houden met de verdiencapaciteit van de alimentatieplichtige. De Hoge Raad bevestigde dat de man, ondanks zijn lagere inkomen, in staat moest worden geacht om aan zijn alimentatieverplichtingen te voldoen, en dat de vrouw recht had op een eerlijke beoordeling van de financiële situatie van de man.