ECLI:NL:HR:2010:BM4449
Hoge Raad
- Cassatie
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 23 januari 2009, met nummer 22/003098-08. De verdachte, geboren in 1992, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. B. Vermeirssen. De Hoge Raad heeft eerder, op 13 april 2010, een tussenarrest gewezen waarin werd bepaald dat de Advocaat-Generaal de gelegenheid moest krijgen om zich uit te laten over de voorgestelde middelen van cassatie. De Advocaat-Generaal, de heer Machielse, heeft vervolgens geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de middelen niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad het beroep verwerpt.
Het arrest is uitgesproken op 29 juni 2010 door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, samen met de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker.