ECLI:NL:HR:2010:BM0137
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de opgaveverplichting van belastingplichtige en de rol van de Belastingdienst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Financiën, Directoraat-Generaal Belastingdienst. De zaak betreft de verplichting van [eiser] om informatie te verstrekken over buitenlandse bankrekeningen, zoals opgelegd door de Belastingdienst op basis van artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De Belastingdienst had [eiser] eerder verzocht om voor 14 maart 2007 en 4 april 2007 bepaalde formulieren in te vullen en op te sturen, maar [eiser] had hieraan geen gehoor gegeven. De voorzieningenrechter te Middelburg had op 20 november 2007 [eiser] bevolen om de gevraagde informatie te verstrekken, op straffe van een dwangsom. Dit vonnis werd in hoger beroep door het gerechtshof te 's-Gravenhage bevestigd.
In cassatie heeft de Hoge Raad de grieven van [eiser] verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de Belastingdienst niet verplicht was om de gegevens waarop het verzoek om inlichtingen was gebaseerd, aan [eiser] ter beschikking te stellen voordat hij zelf de gevraagde informatie had verstrekt. De conclusie van de Advocaat-Generaal P.J. Wattel strekte tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Staat zijn begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Deze uitspraak bevestigt de bevoegdheid van de Belastingdienst om informatie te eisen van belastingplichtigen en verduidelijkt de voorwaarden waaronder deze informatie moet worden verstrekt. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van belastingrecht en de verhouding tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke handhaving door de Belastingdienst.