33.In reactie op voormelde brief heeft verweerder bij brief van 8 augustus 2012 gereageerd. Deze brief luidt -voor zover van belang- als volgt.
“Voorts verzoekt eiser onder verwijzing naar een schrijven van de Belastingdienst [Q] van 23 september 2011 een aantal andere stukken in het geding te brengen. In antwoord op dit verzoek merk ik het volgende op..
Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad (25 april 2008, nr. 43.448) dient in beginsel slechts tegemoet te worden gekomen aan een verzoek van de belanghebbende, indien dit verzoek strekt tot overlegging van een bepaald stuk én indien deze voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat het stuk van enig belang kan zijn (geweest) voor de besluitvorming in zijn zaak. Mocht belanghebbende menen dat een bepaald stuk een rol kan hebben gespeeld bij de besluitvorming en de inspecteur meent dat het stuk geen op de zaak betrekking hebbend stuk is, kan de inspecteur, gelet op genoemde jurisprudentie van de Hoge Raad, zich niet verweren met de enkele stelling dat het stuk geen op de zaak betrekking hebbend stuk is. In dat geval zal uw rechtbank dienen te bepalen of het betreffende stuk een op de zaak betrekking hebbend stuk is. In dat licht kom ik tot de volgende reactie (…).
- agendapunten en bijbehorende verslagen in het kader van het project BZN;
Dit verzoek van eiser strekt niet tot overlegging van een bepaald stuk. Mijns inziens is het verzoek is op dit punt te algemeen gesteld.
- agendapunten en bijbehorende verslagen met betrekking tot de kick-off bijeenkomsten van 16 en 17 november 2006:
De gehouden kick-off bijeenkomsten zien niet op besluitvorming in individuele gevallen. Deze bijeenkomsten zijn algemeen van aard geweest. Een agenda of verslag is, voor zover ik weet, niet opgemaakt.
- de e-mail van 20 november 2006 waarin wordt verzocht de verzending van de vragenbrief aan belanghebbende op te schorten;
De betreffende e-mail is bewaard gebleven. Een afschrift is bijgevoegd. De namen van individuele belastingambtenaren zijn geanonimiseerd.
- verslag van 21 november 2006 inzake de wijze van identificatie;
Van het in de ambtsedige verklaring van [H] genoemde bezoek op 21 november 2006 is door haar een verslag opgesteld d.d. 24 november 2006. Dit “memo identificatieproces” is in de onderhavige procedures reeds onder algehele geheimhouding ingebracht.
- brief van 5 december 2006 waarin regio’s worden geïnformeerd over het verzenden van de vragenbrief aan belanghebbende;
Er is geen sprake van een brief. Voor zover eiser doelt op een e-mail met deze datum heeft het volgende te gelden. De betreffende e-mail is bewaard gebleven. Een afschrift is bijgevoegd. De namen van individuele belastingambtenaren zijn geanonimiseerd.
- agendapunten en bijbehorende verslagen van alle bijeenkomsten gehouden door de betrokken belastingregio’s in het kader van de afpersingskwestie;
Dit verzoek van eiser strekt niet tot overlegging van een bepaald stuk. Mijns inziens is het verzoek is op dit punt te algemeen gesteld. Er zijn bij mijn weten betreffende dit punt geen bijeenkomsten door belastingregio’s geweest; er zijn derhalve ook geen stukken van opgemaakt.
- verslag van de positieve uitkomsten van de extra identificatiecheck en chi-kwadraattoets.
Er is geen verslag van “de positieve uitkomsten van de extra identificatiecheck”. Voor het overige zijn de stukken met betrekking tot de identificatie en de chi-kwadraattoets reeds meegezonden bij mijn verweerschrift.”