Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
8 juli 2014
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Amersfoort(hierna: de Inspecteur),
[Z](hierna: belanghebbende),
AWB 13/270, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur.
1.Ontstaan en loop van het geding
24 oktober 2013 het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de informatiebeschikking vernietigd.
mr. [B]. Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [C], mr. [D] en drs. [E].
2.Feiten
9 juli 2011 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2008. De Inspecteur heeft bij uitspraak van 27 april 2012 het bezwaar van belanghebbende afgewezen. Blijkens deze uitspraak is met betrekking tot de aanslag IB/PVV 2008 tussen partijen alleen in geschil of een weiland aan de overkant van de weg een aanhorigheid kan zijn die dienstbaar is aan de eigen woning van belanghebbende.
3.Geschil
4.Overwegingen
27 april 2012. Naar het oordeel van het Hof moet dit belanghebbende redelijkerwijs duidelijk zijn geweest. Het stond de Inspecteur vrij om naast de bezwaarprocedure een informatiebeschikking vast te stellen die betrekking kan hebben op een eventueel nog op te leggen navorderingsaanslag. Artikel 52a, lid 3, AWR vindt derhalve in het geheel geen toepassing. De uitspraak van de Rechtbank dient te worden vernietigd.
19 december 2011 (zie 2.1) gevraagde informatie voor de belastingheffing van belanghebbende over de jaren vanaf 2006 van belang kan zijn, in het bijzonder voor wat betreft de vaststelling van belanghebbendes inkomen uit hoofde van de garantstellingen, het gebruikelijk loon en het fictief rendement in de zin van artikel 4.13 en 4.14 Wet IB 2001. Gelet op de omstandigheid dat belanghebbende naar aanleiding van de bij brief van
19 december 2011 verzochte informatie, de door de Inspecteur genoemde map ter inzage aan de Inspecteur heeft verstrekt (zie 2.2), is het Hof van oordeel dat raadpleging van de stukken uit deze map van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten welke van invloed kunnen zijn op de belastingheffing van belanghebbende over die jaren. Voorts heeft de Inspecteur belanghebbende voldoende gelegenheid gegeven de gevraagde informatie te verstrekken en heeft de Inspecteur gewezen op de gevolgen van het niet verstrekken van die informatie. Gelet daarop is de informatiebeschikking rechtsgeldig vastgesteld.
5.Proceskosten
6.Beslissing
mr. A.J. Kromhout, in tegenwoordigheid van mr. N.G.U. Bezemer als griffier.
8 juli 2014.
binnen zes wekenna de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij