Ik, verbalisant [verbalisant 1], zag en hoorde dat er een groep van 40 onrustige personen over het Spui kwam aangelopen, komende vanuit de richting van de Grote Marktstraat en gaande in de richting van de Spuistraat c.q. het Buitenhof. Enkele leden van bedoelde groep manifesteerden zich luidruchtig en ordeverstorend door herhaaldelijk "ADO hooligans" te schreeuwen en wild met de armen te zwaaien.
Wij, verbalisanten, zagen dat genoemde groep ter hoogte van de Spuistraat een ander groepje personen insloot door hier in een cirkelformatie omheen te gaan staan. Alvorens wij konden interveniëren sloeg binnen enkele seconden de vlam in de pan, toen de leden van de omsingelende en uitdagende groep personen kennelijk opzettelijk en met kracht begonnen in te slaan en te schoppen op de leden van de omsingelde groep personen. Er ontstond een massale vechtpartij.
Ik, verbalisant [verbalisant 1], had mij tussen de vechtenden begeven en had gezien dat één van de uit ongeveer 40 personen bestaande groep personen deel uitmakende jongen een ander mij onbekend gebleven persoon kennelijk opzettelijk en met kracht herhaaldelijk had geslagen en geschopt. Ik besloot deze verdachte aan te houden en pakte hem daartoe krachtig vast. De door mij aangehouden verdachte bleek later genaamd te zijn [betrokkene 1].
Terwijl ik, verbalisant [verbalisant 1], de door mij aangehouden verdachte [betrokkene 1] met beide handen vast hield, zag ik dat enkele bij de vechtpartij betrokken jongemannen mij omringden, een gevechtshouding aannamen en mij enkele malen kennelijk opzettelijk en met kracht trachtten te schoppen en/of slaan met de kennelijke bedoeling [betrokkene 1] te ontzetten. Ik zag dat bedoelde jongemannen mij bleven belagen.
Ik, verbalisant [verbalisant 1], zag en voelde ondertussen dat het tegen mij aangewende, eerder omschreven geweld onverkort doorgang bleef vinden en hoorde dat sommige belagers naar mij riepen "Laat onze vriend los". Ik heb hierop de verdachte nog steviger vast gepakt omdat bedoelde belagers kennelijk opzettelijk en met kracht aan mijn kleding alsook de door mij aangehouden verdachte [betrokkene 1] begonnen te trekken en ik hoorde dat hierdoor mijn jas scheurde.
Ik voelde dat één van mijn belagers op enig moment naar mij toe wist te springen en mij kennelijk opzettelijk en met kracht een vuistslag in het gelaat gaf. Door deze vuistslag voelde ik, verbalisant [verbalisant 1], een hevige pijn in mijn gelaat en moest ik de aangehouden verdachte loslaten.
De verdachte die mij de vuistslag had weten te geven en die enkele minuten later op mijn aanwijzing kon worden aangehouden bleek genaamd te zijn: [verdachte]."