ECLI:NL:HR:2009:BI3895
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Noodweer en proportionaliteit in zelfverdediging bij mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 september 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1981, was betrokken bij een incident op 10 mei 2006 te Eindhoven, waarbij hij een andere persoon, [betrokkene 1], had geslagen. Het Hof had geoordeeld dat de verdachte niet had voldaan aan de proportionaliteitseis van noodweer, maar gaf onvoldoende inzicht in zijn overwegingen. De verdachte had zich beroepen op noodweer, stellende dat hij zichzelf moest verdedigen tegen de agressieve houding van [betrokkene 1]. De raadsman voerde aan dat de verdachte niet kon wegkomen uit de situatie en dat hij handelde uit zelfverdediging. Het Hof verwierp dit verweer, maar de Hoge Raad oordeelde dat het Hof een te strenge maatstaf had aangelegd en onvoldoende had gemotiveerd waarom de gekozen wijze van verdediging niet in redelijke verhouding stond tot de ernst van de aanranding. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof en verwees de zaak terug voor herbehandeling. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor rechters om de proportionaliteitseis bij noodweer zorgvuldig te motiveren, vooral wanneer de verdachte zich beroept op zelfverdediging.