ECLI:NL:HR:2008:BC3797
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van de verdachte bij psychose door cannabisgebruik
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1976, was veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot diefstal en mishandeling. De verdediging voerde aan dat de verdachte handelde vanuit een acute psychose, veroorzaakt door cannabisgebruik, en dat de feiten hem niet konden worden toegerekend. Het Hof had echter geoordeeld dat de verdachte, als regelmatige gebruiker van cannabis, zich bewust moest zijn van de risico's van het gebruik van dit middel. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof dat de psychose aan de verdachte zelf te wijten was en dat hij in sterk verminderde mate verantwoordelijk kon worden gehouden voor zijn daden. De Hoge Raad oordeelde dat de eisen die de verdediging stelde aan de toerekening van de feiten geen steun vonden in het recht. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte een schadevergoeding van € 300,- moest betalen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof voor zover deze geen alternatieve schadevergoedingsplicht bevatte, maar verwierp het beroep voor het overige. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de verdachte, ook in situaties van psychische aandoeningen die voortkomen uit middelengebruik.