ECLI:NL:HR:2007:AZ7863
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid na aanrijding voetganger door auto op donkere weg met alcoholgebruik
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de N.V. Noordhollandsche van 1816 Algemene Verzekeringsmaatschappij na een aanrijding op 2 januari 1999 waarbij de eiser, een voetganger, werd aangereden door een auto bestuurd door [betrokkene 1]. De aanrijding vond plaats op de Hanzeweg in Dronten, een donkere en niet verlichte weg, waar de eiser in overwegend donkere kleding liep. De Hoge Raad behandelt de vraag of de eiser, die onder invloed van alcohol was, zich bewust was van het gevaar van de situatie en of dit zijn gedrag als aan opzet grenzende roekeloosheid kwalificeert. De rechtbank had eerder Noordhollandsche veroordeeld tot vergoeding van 50% van de schade, maar het gerechtshof vernietigde dit vonnis en wees de vorderingen van de eiser af, wat leidde tot het cassatieberoep van de eiser.
De Hoge Raad oordeelt dat de eiser zich bewust had moeten zijn van het gevaar van aanrijding, gezien de omstandigheden waaronder hij zich bevond. De Hoge Raad bevestigt dat de stelplicht en bewijslast voor de bewustheid van het gevaar bij de aansprakelijk gestelde partij ligt, maar dat de eiser in dit geval niet aan zijn eigen verantwoordelijkheden voldeed. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep en bevestigt de beslissing van het hof, waarbij de eiser in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld.