ECLI:NL:HR:2006:AY9228
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis op basis van niet-conforme geneeskundige verklaring
In deze zaak gaat het om de rechtmatigheid van een machtiging tot voortgezet verblijf van een betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis, verleend door de rechtbank te Rotterdam. De officier van justitie had op 27 juli 2006 een verzoek ingediend tot het verlenen van deze machtiging, waarbij een geneeskundige verklaring was overgelegd die was opgesteld door een psychiater die niet bij de behandeling betrokken was. De rechtbank verleende op 23 augustus 2006 de machtiging, maar de betrokkene ging in cassatie tegen deze beschikking. De betrokkene stelde dat de geneeskundige verklaring niet voldeed aan de eisen van de Wet Bopz, omdat deze niet was gebaseerd op een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte de machtiging had verleend, aangezien de geneeskundige verklaring niet aan de wettelijke eisen voldeed. De onafhankelijkheid van de psychiater die de verklaring had opgesteld, was niet gewaarborgd, omdat hij voorafgaand aan het onderzoek was beïnvloed door de reeds ingevulde verklaring van de behandelend psychiater. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van een onafhankelijke medische beoordeling in het kader van vrijheidsberoving op grond van geestelijke gezondheidszorg.