ECLI:NL:HR:2006:AY7805
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van strafoplegging in cassatie wegens onvoldoende motivering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 november 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte was veroordeeld tot tien jaren gevangenisstraf voor medeplegen van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen. De zaak betrof een overval waarbij ook een meisje was verkracht. De Hoge Raad oordeelde dat de keuze van factoren die voor de strafoplegging van belang zijn, voorbehouden is aan de feitenrechter en dat deze keuze geen motivering behoeft, mits de factoren ter sprake zijn gekomen op de terechtzitting. De Hoge Raad constateerde echter dat de strafoplegging niet naar behoren was gemotiveerd. De verdachte had niet waargenomen dat zijn medeverdachte het meisje verkrachtte, en deze waarneming kon niet worden afgeleid uit de gedingstukken. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en verwees de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie voor herbeoordeling van de strafmaat. Het beroep werd voor het overige verworpen.