ECLI:NL:HR:2006:AV9438
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Onteigeningszaak betreffende vergoeding van exploitatieschade en zelfrealisatie
In deze onteigeningszaak heeft de Hoge Raad op 30 juni 2006 uitspraak gedaan over de vergoeding van exploitatieschade en de mogelijkheid van zelfrealisatie. De Gemeente Bergschenhoek had verweerders in cassatie gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam om de vervroegde onteigening van bepaalde percelen te vorderen. De rechtbank had in eerdere vonnissen de schadeloosstellingen vastgesteld, maar de Gemeente ging in cassatie tegen deze beslissingen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onterecht had geoordeeld over de mogelijkheden van zelfrealisatie en de invloed van bodemverontreiniging op de waardebepaling van de onteigende percelen. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de rechtbank en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij de waardebepaling van onteigende percelen rekening te houden met de omstandigheden die de exploitatie van de grond beïnvloeden, en dat de onteigende in de financiële positie moet worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd zonder de onteigening. De beslissing van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de berekening van schadeloosstellingen in onteigeningszaken, vooral in gevallen waar bodemverontreiniging een rol speelt.