ECLI:NL:HR:2005:AT8942
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over WOZ-waardering en meerderheidsregel in onroerende zaken
In deze zaak gaat het om de WOZ-waardering van een onroerende zaak gelegen aan de a-straat 1 te Z, voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. De waarde is vastgesteld op ƒ 262.999 (€ 119.344). Na bezwaar van de belanghebbende heeft het Hoofd van de afdeling Onroerende Zaken en Belastingen van de gemeente Velsen de beschikking gehandhaafd. De belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat het beroep gegrond verklaarde en de waarde verlaagde tot ƒ 205.000 (€ 93.025). Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad behandelt de middelen van het college, waarbij middel 2 zich richt op de toepassing van de meerderheidsregel. Het Hof had de relevante groep kennelijk beperkt tot identieke panden, terwijl het middel betoogt dat de groep zou moeten bestaan uit vergelijkbare panden. De Hoge Raad oordeelt dat de relevante groep voor de toepassing van de meerderheidsregel inderdaad moet bestaan uit identieke objecten, waarbij de onderlinge verschillen verwaarloosbaar moeten zijn. Dit betekent dat de heffingsambtenaar moet aantonen dat er andere identieke woningen zijn die lager zijn gewaardeerd.
De Hoge Raad concludeert dat de woning van de belanghebbende deel uitmaakt van een rijtje van vijf identieke woningen, waarvan drie te laag zijn gewaardeerd. De Hoge Raad honoreert het beroep van de belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel en verklaart het beroep van het college ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 8 juli 2005.