ECLI:NL:HR:2005:AS2713
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie in het belang der wet betreffende de beëindiging van de dienstbetrekking van een statutair bestuurder na ontslagneming
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 april 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure in het belang der wet, ingesteld door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad. De zaak betreft een geschil tussen [eiser], die in dienst was bij Ciris Creative Interactive Television B.V., en Ciris zelf. [Eiser] had Ciris in kort geding gedagvaard, omdat hij meende recht te hebben op betaling van achterstallig loon en toelating tot zijn werk, nadat hij als statutair bestuurder zijn functie had neergelegd. De voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam had op 9 oktober 2003 de vorderingen van [eiser] grotendeels toegewezen, maar Ciris had hiertegen hoger beroep ingesteld, dat later werd ingetrokken na een schikking.
De Procureur-Generaal stelde cassatie in het belang der wet in, omdat er onduidelijkheid bestond over de rechtsgevolgen van de ontslagneming van een statutair bestuurder. De Hoge Raad oordeelde dat de voorzieningenrechter ten onrechte had geoordeeld dat de ontslagneming van de statutair bestuurder niet automatisch het einde van de dienstbetrekking met zich meebracht. De Hoge Raad verduidelijkte dat, hoewel een ontslagbesluit in beginsel leidt tot beëindiging van de dienstbetrekking, er uitzonderingen kunnen zijn indien partijen anders zijn overeengekomen of indien er een wettelijk ontslagverbod van toepassing is.
De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de voorzieningenrechter en stelde vast dat de vernietiging geen nadeel toebrengt aan de rechten die partijen reeds hadden verkregen. Dit arrest biedt belangrijke duidelijkheid over de rechtspositie van statutair bestuurders en de gevolgen van hun ontslagneming voor de arbeidsrelatie.