ECLI:NL:HR:2004:AR3168
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van de gemeente Beek in cassatie tegen het arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2004 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van de gemeente Beek in haar cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De gemeente Beek had eerder een vordering ingesteld tegen Commercial Realty Associates B.V. (CRA) voor een bedrag van ƒ 95.016,38, inclusief BTW, en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank te Maastricht had in een tussenvonnis geoordeeld dat de gemeente schadeplichtig was jegens CRA, maar had tussentijds hoger beroep uitgesloten. De gemeente ging in hoger beroep tegen dit tussenvonnis, maar het hof verklaarde haar niet-ontvankelijk in het hoger beroep. De gemeente stelde vervolgens cassatie in, maar de Hoge Raad oordeelde dat het hof niet door een uitdrukkelijk dictum aan het geding omtrent enig deel van het gevorderde een einde had gemaakt, waardoor de gemeente niet kon worden ontvangen in haar cassatieberoep. De Hoge Raad benadrukte dat de rechtbank in haar tweede tussenvonnis terugkwam van het verbod op tussentijds beroep, waardoor de gemeente alsnog in staat was om tegen beide tussenvonnissen te appelleren. De Hoge Raad verklaarde de gemeente niet-ontvankelijk in haar beroep en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie.