ECLI:NL:HR:2004:AO1751
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.L.M. Urlings
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Omzetting van jeugddetentie in gevangenisstraf en de toepassing van artikel 77k Sr
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de omzetting van een opgelegde jeugddetentie in een gevangenisstraf. De verdachte, geboren in 1984 en ten tijde van de feiten 16 jaar oud, was veroordeeld voor opzettelijk brandstichten, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. Het Hof had de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van twee weken, welke later werd vervangen door een gevangenisstraf van gelijke duur. De Hoge Raad oordeelde dat de toepassing van artikel 77k van het Wetboek van Strafrecht pas mogelijk is nadat de uitspraak waarbij de jeugddetentie is opgelegd, in kracht van gewijsde is gegaan. Dit betekent dat de beslissing van het Hof om de jeugddetentie te vervangen door gevangenisstraf niet correct was, aangezien de beslissing nog niet onherroepelijk was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover deze de omzetting van de jeugddetentie in gevangenisstraf betrof, maar verwierp het beroep voor het overige. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een onherroepelijke rechterlijke beslissing voordat een jeugddetentie kan worden omgezet in een andere straf.