ECLI:NL:HR:2013:BZ2959

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
12/00452
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van voorwaardelijke jeugddetentie in gevangenisstraf en de rechtsgeldigheid van de last tot tenuitvoerlegging

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de omzetting van een voorwaardelijke jeugddetentie in een gevangenisstraf. De verdachte, geboren in 1989, had een voorwaardelijke jeugddetentie van drie maanden opgelegd gekregen, waarvan reeds veertien dagen ten uitvoer waren gelegd. Het Hof had geoordeeld dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke jeugddetentie diende te worden gelast, maar had deze omgezet in een gevangenisstraf van 76 dagen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onjuist had geoordeeld door de voorwaardelijke straf te vervangen door een gevangenisstraf, zoals bedoeld in artikel 77k van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar bevestigde dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie van drie maanden, met aftrek van veertien dagen, moest worden gelast. Het beroep van de verdachte werd voor het overige verworpen. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij de omzetting van voorwaardelijke straffen en de juridische kaders die daarbij in acht moeten worden genomen.

Uitspraak

5 maart 2013
Strafkamer
nr. S 12/00452
AGE/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 maart 2011, nummer 20/002634-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J.M. Oerlemans, advocaat te 's-Hertogenbosch, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, doch uitsluitend voor zover het Hof heeft gelast dat de door hem bevolen tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie van 76 dagen wordt omgezet in 76 dagen gevangenisstraf, dat de Hoge Raad verstaat dat het Hof de tenuitvoerlegging heeft gelast van de eerder voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie van 76 dagen, en dat het beroep voor het overige wordt verworpen.
2. Beoordeling van het eerste en het tweede middel
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het derde middel
3.1. Het middel klaagt over 's Hofs last tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 22 mei 2007 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie.
3.2. Het Hof heeft in de bestreden uitspraak onder het hoofd "vordering tot tenuitvoerlegging" het volgende overwogen:
"Het hof is ten aanzien van de vordering van het openbaar ministerie te 's-Hertogenbosch van 3 juni 2009, tot tenuitvoerlegging van het bij vonnis van de Kinderrechter te 's-Hertogenbosch van 22 mei 2007 onder parketnummer 01-853092-06 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 3 maanden, van oordeel, dat - nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt - in beginsel de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis, dient te worden gelast. Aangezien van deze straf reeds eerder 14 dagen ten uitvoer zijn gelegd, ligt van eerdergenoemde vordering tot tenuitvoerlegging nog slechts een gedeelte van 76 dagen jeugddetentie ter beoordeling voor.
Van de zijde van de verdediging is de vordering tot tenuitvoerlegging niet weersproken. Het hof zal gelet op het vorenstaande de tenuitvoerlegging bevelen, waarbij de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie - gelet op de leeftijd van verdachte - zal worden omgezet in gevangenisstraf."
3.3. Het Hof heeft de tenuitvoerlegging gelast van de eerder voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie van drie maanden, met aftrek van veertien dagen. Daarbij is de jeugddetentie omgezet in een gevangenisstraf van 76 dagen.
3.4. Het oordeel van het Hof dat de rechter reeds bij zijn last tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf van jeugddetentie deze straf op de voet van art. 77k Sr kan vervangen door een straf genoemd in art. 9, eerste lid, Sr, is onjuist (vgl. HR 23 maart 2004, LJN AO1751, NJ 2004/255). Gelet daarop kan bedoelde last niet in stand blijven.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend voor zover het Hof heeft gelast dat de door hem bevolen tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie van drie maanden, met aftrek van veertien dagen, wordt omgezet in 76 dagen gevangenisstraf;
verstaat dat het Hof de tenuitvoerlegging heeft gelast van de eerder voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie van drie maanden, met aftrek van veertien dagen;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 5 maart 2013.