ECLI:NL:HR:2003:AF4595
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheid van bestuurder voor volstorting aandelen in failliete vennootschap
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door mr. Rudolphus Gerardus Bruno Hermsen, curator in het faillissement van BAS-C B.V. De curator vorderde dat [verweerder], de oprichter en enige aandeelhouder van BAS-C B.V., zou worden veroordeeld tot volstorting van aandelen en aansprakelijk zou worden gesteld voor de faillissementskosten. De Rechtbank had eerder geoordeeld dat [verweerder] niet aan zijn verplichting tot volstorting had voldaan, wat door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch in hoger beroep werd verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat [verweerder] niet had voldaan aan de wettelijke vereisten voor volstorting van de aandelen, omdat het bedrag dat hij als storting had aangewezen, niet daadwerkelijk aan de vennootschap ter beschikking was gesteld. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders bij de oprichting van een vennootschap en de noodzaak om te voldoen aan de wettelijke vereisten voor kapitaalstorting.