3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) In 1984 heeft Avago van de gemeente een perceel grond gekocht, teneinde dit na verkaveling als woningbouwgrond te verkopen. Op een gedeelte van het perceel (hierna: het restant-perceel) rustte geen woonbestemming. Om de mogelijkheid te openen op dat restant-perceel bungalows te bouwen, hebben partijen in een nadere overeenkomst van 23 mei 1984 (hierna: de nadere overeenkomst) opgenomen dat de gemeente een "planologische procedure" zou voeren en dat, teneinde deze procedure te kunnen starten, Avago vóór 15 juni 1984 (later gewijzigd in 1 oktober 1984) een schetsplan bij de gemeente zou indienen.
(ii) Op 15 mei 1985 heeft Avago een schetsplan ingediend voor de bouw van 11 woningen op het gehele perceel (waarvan drie op het restant-perceel), waarna de gemeente op 17 september 1985 voor de bouw van die 11 woningen een bouwvergunning heeft afgegeven. Vervolgens is het perceel met uitzondering van het restant-perceel geleverd en betaald.
(iii) In 1993 heeft Avago de nadere overeenkomst bij de gemeente aan de orde gesteld. Naar aanleiding daarvan heeft de gemeente aan Avago bij brief van 22 april 1993 (verzonden op 29 april 1993) bericht dat Avago nooit een schetsplan heeft ingediend en "teneinde de nodige duidelijkheid te scheppen" verzocht binnen drie maanden na verzending van de brief een schetsplan over te leggen, met de mededeling dat Avago in verzuim zal zijn indien hieraan niet wordt voldaan en dat in dat geval aan de gemeenteraad zal worden voorgesteld de nadere overeenkomst (en de koopovereenkomst voorzover deze niet is uitgevoerd) te ontbinden.
(iv) Bij brief van 28 juli 1993 heeft Avago aan de gemeente een "uittreksel kadastraal plan" met betrekking tot het perceel gezonden. In haar brief noemt Avago de desbetreffende bijlage zowel "schetsplan" als "kavelverdeling Keizersputstraat".
(v) Op 23 september 1993 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen een wethouder van de gemeente en Avago, waarin de wethouder erop wijst dat Avago geen schetsplan maar een kavelverdeling heeft ingediend.
(vi) Bij brief van 17 december 1996 heeft de gemeente aan Avago medegedeeld dat de kavelverdeling onvoldoende basis vormt voor het starten van een "planologische procedure", dat door Avago na het gesprek van 23 september 1993 geen verdere actie is ondernomen en dat zij in verband met het tijdsverloop sedert het verkoopbesluit en het gebrek aan interesse van Avago in verwerving van het restant-perceel, er de voorkeur aan geeft het niet uitgevoerde gedeelte van de koopovereenkomst en de nadere overeenkomst te ontbinden.
(vii) Bij brief van 27 februari 1997 beroept de gemeente zich op verjaring en ontbindt zij, voorzover van verjaring geen sprake is, het genoemde niet uitgevoerde gedeelte van de koopovereenkomst en de nadere overeenkomst.