ECLI:NL:HR:2000:AA6253
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- G.J. Zuurmond
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Hondenbelasting en gelijke behandeling in de gemeente Hellendoorn
In deze zaak gaat het om een geschil over de hondenbelasting die aan belanghebbende is opgelegd door de gemeente Hellendoorn voor het jaar 1996. De gemeente heeft een aanslag in de hondenbelasting opgelegd van f 60,--. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar het Hoofd van de hoofdgroep Financiën en Economische Zaken van de gemeente heeft het bezwaar afgewezen. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van het Hoofd heeft bevestigd. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad beoordeelt de bezwaren van belanghebbende, die zich richten tegen de vrijstelling van hondenbelasting voor hondenhouders die in het buitengebied wonen. Belanghebbende stelt dat deze vrijstelling leidt tot een ongeoorloofde ongelijke behandeling en dat het Hof ten onrechte zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel heeft verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat de gemeente een objectieve en redelijke rechtvaardiging heeft gegeven voor het onderscheid in behandeling, omdat in de bebouwde kom wel overlast beperkende maatregelen zijn getroffen, terwijl dit in het buitengebied niet het geval is.
De Hoge Raad concludeert dat de hondenbelasting een algemene belasting is, maar dat het de gemeente vrijstaat om de belasting op deze wijze in te richten. De argumenten van belanghebbende worden verworpen, en de Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende.