In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 december 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een aanslag in de reclamebelasting van de gemeente Wijchen voor het jaar 2013, opgelegd aan belanghebbende ten bedrage van € 463,61. De heffingsambtenaar handhaafde de aanslag na een bezwaarschrift van belanghebbende, waarna belanghebbende in beroep ging bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde.
Tijdens de zitting op 25 november 2015 in Arnhem zijn de gemachtigde van belanghebbende en vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar gehoord. Het geschil draait om de vraag of de aanslag reclamebelasting terecht is opgelegd. Belanghebbende betwist dit, terwijl de heffingsambtenaar bevestigt dat de aanslag rechtmatig is.
Het Hof oordeelt dat de gemeente Wijchen de heffing van reclamebelasting mag beperken tot een bepaald gebied, mits er een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor is. De gemeente heeft in de Verordening reclamebelasting 2013 vastgesteld dat de opbrengst van de belasting zal worden ingezet voor de versterking van het centrum van Wijchen. Het Hof concludeert dat de gemeente in redelijkheid heeft mogen aannemen dat ook gebruikers van vestigingen buiten het kernwinkelgebied profijt kunnen hebben van de activiteiten die met de opbrengst van de reclamebelasting worden bekostigd. Het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.