ECLI:NL:HR:2000:AA5404
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Mijnssen
- J. Neleman
- M. Heemskerk
- A. Herrmann
- F. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bemiddelingsovereenkomst en schadevergoeding in vastgoedtransactie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 april 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen MEIJERING & BENUS B.V. (M&B) en VASTGOED B.V. (verweerster). De zaak betreft een geschil over een bemiddelingsovereenkomst die in december 1989 tot stand zou zijn gekomen, waarbij verweerster het exclusieve recht tot bemiddeling bij de verkoop van appartementen zou hebben verkregen. M&B werd door verweerster gedagvaard voor de Rechtbank te Groningen, waar verweerster vorderingen instelde tot betaling van een bedrag en tot schadevergoeding wegens het niet nakomen van de overeenkomst. De Rechtbank heeft partijen toegelaten tot bewijslevering, maar M&B heeft hoger beroep ingesteld tegen het tussenvonnis. Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft in een arrest van 25 mei 1994 het tussenvonnis bekrachtigd en de zaak terugverwezen naar de Rechtbank. In een later arrest van 29 april 1998 heeft het Hof de vorderingen van verweerster toegewezen, maar M&B heeft cassatie ingesteld tegen deze arresten.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat M&B niet was geslaagd in het leveren van tegenbewijs. De Hoge Raad heeft het arrest van het Hof van 29 april 1998 vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat de kosten van het geding in cassatie voor rekening van verweerster komen. Dit arrest benadrukt de noodzaak van zorgvuldige bewijslevering en de rol van de rechter in het waarderen van getuigenverklaringen, vooral in het kader van tegenbewijs.