Uitspraak
mr. P.H. de Bruinte Rotterdam,
mr. A. Esterte Zwijndrecht.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Beoordeling
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van een besloten vennootschap (BV) voor de schending van de contractuele zorgplicht jegens Eneco Services B.V. De bestuurder, [appellant], was betrokken bij een hennepkwekerij die illegaal elektriciteit afnam. De rechtbank had eerder in een verstekvonnis de vordering van Eneco toegewezen, waarop [appellant] in hoger beroep ging. Het hof beoordeelt of [appellant] als bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade die Eneco heeft geleden door de illegale afname van elektriciteit door zijn BV. Het hof stelt vast dat [appellant] als bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat zijn BV haar contractuele verplichtingen jegens Eneco niet nakwam. De feiten wijzen erop dat hij op de hoogte was van de illegale praktijken en dat hij onvoldoende maatregelen heeft genomen om deze te voorkomen. Het hof concludeert dat er een voldoende ernstig persoonlijk verwijt aan [appellant] kan worden gemaakt, ondanks het feit dat hij in een strafzaak eerder was vrijgesproken van de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep.