Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/302065 / HA ZA 22-78)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens memorie van grieven in incidenteel appel inhoudende eiswijziging in incidenteel appel met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel met productie;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling d.d. 21 oktober 2024;
- de mondelinge behandeling d.d. 3 februari 2025, waarbij partij Leudal spreekaantekeningen heeft overgelegd;
- de bij H12 formulier van 4 oktober 2024 door HG Beheer toegezonden producties 35 t/m 41, die HG Beheer bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding heeft gebracht;
- de bij H12 formulier van 23 januari 2025 door de Gemeente toegezonden producties 24 en 25, die HG Beheer bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding heeft gebracht.
3.De beoordeling
in aanmerking nemende dat:
HG Beheer koopt op 1 januari 2011 de gronden als vermeld voor een bedrag van € 418.000,-- kosten koper;
De betaling van een deel van de koopsom ter grootte van € 260.000,-- zal plaatsvinden op de dag van juridische levering van de gronden;
De betaling van het restant ter grootte van € 158.000,-- zal plaatsvinden uiterlijk op 1 januari 2015;
Het bedrag dat als bijbetaling zal dienen te worden voldaan als vermeld onder 3. ter grootte van € 158.000,-- wordt teruggebracht tot een bedrag van € 115.000,-- indien HG Beheer er in slaagt om uiterlijk op 1 januari 2014 de bestaande huurders / contractanten van vaste standplaatsen inclusief stacaravans alsmede de aanwezige (semi-permanente) aan- en bijbouwsels van het complex te hebben verwijderd conform het saneringsplan zoals opgenomen in het bovengenoemde projectplan;
Tot zekerheid en nakoming van de betalingsverplichting van het restantbedrag (ter grootte van € 158.000,-- respectievelijk € 115.000,---) zal koper een onherroepelijke bankgarantie afgeven bij de notaris op de datum van notariële overdracht ter grootte van € 158.000,--.
In het geval HG Beheer de aankoop van de gronden niet kan effectueren omdat de financierbaarheid van deze aankoop door een of meer van de door HG Beheer aangezochte banken niet mogelijk is (op basis van thans gangbare voorwaarden en condities), zal HG Beheer de bestaande erfpacht continueren. HG Beheer is gehouden in dat geval de gemeente Leudal bewijs aan te leveren waaruit dient te blijken dat de bank(en) niet bereid is/zijn tot financiering van de aankoop van de grond over te gaan dan wel de financiering bereid zijn af te sluiten doch op basis van niet-marktconforme uitgangspunten en tarieven;
In het najaar van 2010 en het voorjaar van 2011 is met u intensief gesproken over de koop van de gronden die thans in bloot eigendom zijn van de gemeente Leudal en die de camping in erfpacht heeft. Deze gesprekken hebben geleid tot een “voorovereenkomst” waarin de koop en verkoop van de gronden was omschreven met een tijdspad en voorstellen in de vorm van eventuele kortingen in het kader van het “opschonen” van de camping. Deze gesprekken en voorstellen hebben nog niet geleid tot een verkoop van de blote eigendom aan de camping, waardoor u de volle eigendom van deze gronden zou krijgen. Mede vanwege de hoge investeringen die u in die periode heeft gedaan in het ‘opschonen’ van de camping en de realisatie van een aantal chalets/
11. Herziening erfpachtovereenkomst vs koop gemeentegronden
6. Verkoop grond
7. Stand van zaken koop gemeentegrond/nog te tekenen grex anterieure overeenkomst fase 1B
9.Datum volgende overleg
In 2010 zijn er tussen de gemeente Leudal en HG beheer afspraken gemaakt ten aanzien van de overnameprijs van de erfpachtgronden. In deze afspraak is een korting opgenomen ten aanzien van de aankoopprijs indien HG beheer er in slaagt om binnen drie jaar orde en netheid op deze locatie te herstellen.
Naar aanleiding van uw bericht over uw voornemen om over te gaan tot verkoop van de erfpachtgronden aan HG beheer BV, en naar aanleiding van het overleg dat wij voerden met uw ambtelijke vertegenwoordiging, doen wij hierbij ons bod voor de overname van de erfpachtgronden.
Landgoed Leudal heeft de gemeente per brief verzocht om de in erfpacht uitgegeven gemeentegrond aan te mogen kopen. Landgoed Leudal is uitgenodigd voor dit overleg om te bezien op welke wijze de verkoopprocedure ingezet kan worden. Ingestoken wordt op verkoop van de grond tegen nog nader te bepalen verkoopprijs en -voorwaarden.
Op 20 oktober 2015 stuurde wij u een brief met een bod op de erfpachtgronden. U stond erop om uw antwoord aan ons mondeling mede te delen, in plaats van schriftelijk te reageren. Op 9 november 2015 hadden wij een gesprek met een afvaardiging van uw ambtenaren en uw college.
U heeft ons te kennen gegeven dat u graag tot aankoop van de aan u in erfpacht uitgegeven grond wilt overgaan. In ons gezamenlijke overleg van 9 november jl. hebben wij u voorgesteld om de grond opnieuw te laten taxeren, zodat een reële en marktconforme verkoopprijs kan worden vastgesteld. De vorige taxaties uit 2009 en 2011 zijn gedateerd.
Op 3 december 2015 stuurde u ons een brief met het onderwerp; verkoop erfpachtgronden, als reactie op een bod dat wij op 20 oktober 2015 hebben uitgebracht.
Wij hebben u meermalen verzocht om de erfpachtgronden, onderdeel van landgoed Leudal en momenteel in eigendom van de gemeente aan Landgoed Leudal te verkopen. Hierover zijn tussen de gemeente en Landgoed Leudal in het verleden afspraken gemaakt. Hierbij verwijs ik naar uw collegebesluit uit 2015, waarbij u nogmaals bevestigd dat de gronden aan Landgoed Leudal verkocht kunnen worden, en uw brief van 3 december 2015.
Op 28 december 2010 werd een overeenkomst gesloten tussen de gemeente Leudal en HG Beheer BV betreffende de verkoop van erfpachtgronden.
“een nieuwe taxatie als startpunt van nieuwe onderhandelingen”uitdrukkelijk heeft afgewezen (zie (xiii) in rov. 3.2.1. onder i).
NJ2006/642). Bij de beoordeling of de mededeling aan de in art. 3:317 lid 1 BW gestelde eisen voldoet, dient niet alleen te worden gelet op de formulering daarvan, maar ook op de context waarin de mededeling wordt gedaan en op de overige omstandigheden van het geval (vgl. HR 18 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8502,
NJ2009/439). Bij deze beoordeling kan onder omstandigheden mede betekenis toekomen aan de verdere correspondentie tussen partijen (HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7063,
NJ2011/503). (…)”.
per saldoenige bedragen aan HG Beheer dient te voldoen.
- griffierechten € 5.689,--
- salaris advocaat € 3.642,-- (3 punt(en) x tarief II)
- nakosten € 178,-- (plus de verhoging zoals vermeld in de
- salaris advocaat € 1.214,-- (1/2 x 2 punt(en) x tarief II)
- nakosten € 178,-- (plus de verhoging zoals vermeld in de