Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
NJ2000/510). Met betrekking tot botfracturen overwoog de Hoge Raad dat in de regel sprake is van zwaar lichamelijk letsel indien sprake is van operatief ingrijpen waarbij onder meer de noodzaak en de aard van van medisch ingrijpen meeweegt (vgl. HR 3 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1051, rov. 2.6). Daarnaast betreft het uitzicht op herstel een (mogelijk) gezichtspunt in de beoordeling of er sprake is van zwaar lichamelijk letsel. Daarbij geldt – ook buiten de situatie waarin operatief ingrijpen heeft plaatsgevonden – dat van zwaar lichamelijk letsel niet alleen sprake kan zijn indien het uitzicht op herstel in belangrijke mate ontbreekt, doch ook indien het letsel gepaard gaat met een langere periode van herstel of van onzekerheid over de mogelijkheid en de mate van herstel. Voorts kan van belang zijn in hoeverre tijdens de periode van herstel sprake is van pijn en/of fysieke beperkingen (vgl. HR 3 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1051, rov. 2.7). In voorkomende gevallen kan in de beoordeling voorts worden betrokken of restschade aanwezig is, in het bijzonder in de vorm van één of meerdere littekens. Daarbij kunnen van belang zijn het uiterlijk en de ernst van het litteken en daarmee samenhangend de mate waarin dat litteken het lichaam ontsiert, en eventueel of in verband met dat litteken – langdurige – pijnklachten (hebben) bestaan.
indicatietot correctie van de neus. Voornoemd letsel valt naar de maatstaf van het bepaalde in artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht, noch naar normaal spraakgebruik aan te merken als zwaar lichamelijk letsel, indachtig de aard van het letsel, de uitgebleven
noodzaaktot medisch ingrijpen en het uitzicht op herstel (vgl. HR 3 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1051, rov. 2.2., 2.3, 2.6 en 2.7).
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 8 september 2019 (dossierpagina’s 3-4), voor zover als inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer] :
Een schriftelijk bescheid, te weten een geneeskundige verklaring van waarnemend huisarts [huisarts] d.d. 8 september 2019 (dossierpagina 7), voor zover als inhoudende als volgt:
- Zwelling neus, rechte stand
- 2 kleine snijverwondinkjes bovenop neus
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 september 2019 (dossierpagina 11), voor zover als inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
Een proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting d.d. 26 februari 2024 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte ter terechtzitting:
poging tot zware mishandeling.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis;
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.152,06 (duizend honderdtweeënvijftig euro en zes cent), bestaande uit € 152,06 (honderdtweeënvijftig euro en zes cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 september 2019 tot aan de dag der voldoening.
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) aan immateriële schadeaf;