De in 3.2.2 vermelde pleitnota houdt - voor zover voor de beoordeling van het middel van belang - in:
"Cliënt heeft de voordeur opengedaan en is voor [slachtoffer 2] uit naar de woonkamer gelopen. In de woonkamer wilde hij net gaan zitten op de bank toen cliënt zag dat [slachtoffer 1] binnen kwam. [slachtoffer 2] had voor [slachtoffer 1] kennelijk de deur open gelaten.
Op dat moment slaat bij cliënt de paniek toe (gelet op hetgeen hij eerder met [slachtoffer 1] heeft meegemaakt in december 2011). Er worden dingen gezegd zoals we gaan het regelen, goedschiks of kwaadschiks, anders zou het verkeerd aflopen.
Cliënt wil weg zien te komen, hij wil via de gang zijn woning uit. [slachtoffer 1] die bij de deur staat en dus feitelijk de uitgang blokkeert, houdt cliënt tegen. Er ontstaat een worsteling waarbij de schemerlamp in de woonkamer kapot gaat. Cliënt verzint dan een smoes en zegt dan dat hij naar de computerkamer wil om zijn computer uit te zetten.
Uiteindelijk wordt dat toegestaan. [slachtoffer 1] begeleidt hierbij cliënt waarbij cliënt door [slachtoffer 1] bij zijn schouder wordt vastgehouden zodat hij niet via de voordeur kan ontsnappen.
In de computerkamer wil cliënt niet terug naar de woonkamer, hij wil praten in de computerkamer (verklaring cliënt 7 mei, pag 12: ik zei, kom maar hier, ik ga niet terug naar de woonkamer en verklaring ter terechtzitting). In de computerkamer voelt cliënt zich namelijk veiliger nu deze kamer aan de galerij ligt, in de woonkamer is cliënt verstoken van alle hulp.
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] vinden dit echter niet goed en willen praten in de woonkamer.
Cliënt pakt dan ongemerkt zijn pistool en loopt terug naar de woonkamer. [slachtoffer 1] loopt direct achter hem. Cliënt loopt in de woonkamer door naar de bank, hij wilde afstand creëren tussen hem en [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] blijft dan, zo verklaart cliënt, weer bij de deuropening staan. [slachtoffer 2] zit op het tv-meubel.
Cliënt heeft zich vervolgens omgedraaid en het wapen gericht op [slachtoffer 1] en gezegd dat hij wilde dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn huis zouden verlaten.
[slachtoffer 1] blijft echter niet staan bij de deur, hij loopt dreigend op cliënt af en uit daarbij dreigende taal (nu ga je zeker het ziekenhuis in, verkl. pag 12 en verklaring zitting).
Bij cliënt ontstaat totale paniek (de paniek sloeg toe, mijn wereld stond stil, het ging allemaal razendsnel, pag 12 verklaring).
Als [slachtoffer 1] dan op een afstand is van ongeveer 2 meter schiet cliënt.
(...)
Conclusies
1. Uit de verklaring van cliënt volgt dat hij alleen [slachtoffer 2] heeft binnengelaten, [slachtoffer 1] is wederrechtelijk zijn woning ingekomen.
2. In zijn woning was cliënt vervolgens niet vrij om te gaan en staan waar hij wilde. De verdediging stelt dat in de woning sprake was van een wederrechtelijke vrijheidsberoving van cliënt. Dit is een (voortdurende) ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding.
3. Cliënt heeft gedreigd met een pistool toen hij bij de bank stond en [slachtoffer 1] bij de deuropening (afstand ongeveer 8 meter). [slachtoffer 2] zat toen op de tv- meubel. Hierna komt [slachtoffer 1] op hem af.
(...)
De verdediging stelt op grond van het voorgaande dat sprake was van een noodweer situatie (een ogenblikkelijk en wederrechtelijke aanranding). Het oordeel van de rechtbank dienaangaande is derhalve niet juist.
(...)
Noodweer
Dan terug naar de wederrechtelijke en ogenblikkelijke aanranding.
Cliënt heeft eerst gedreigd met een wapen en gezegd dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn huis moesten verlaten.
Gelet op de eerder geschetste omstandigheden, stelt de verdediging dat dit dreigen met een wapen volkomen proportioneel en subsidiair is.
Cliënt is in zijn eigen woning waar men zich veilig moet kunnen voelen, onverwacht geconfronteerd met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] die goedschiks of kwaadschiks iets wilde regelen. Cliënt is fysiek bejegend, van zijn vrijheid beroofd en [slachtoffer 1] liep dreigend op cliënt af.
Van belang hierbij is ook dat cliënt een oudere man is en dat sprake was van een overtal situatie (2 tegen 1).
Pas toen bleek dat dreigen met een wapen niet werkte, heeft cliënt eenmaal gericht geschoten."