Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2011 tot en met 2 mei 2012 te Groningen, in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, bestaande uit: - het meermalen telefonisch contact opnemen, in elk geval zoeken met die [slachtoffer 1]
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2012 tot en met 24 juli 2013 te Groningen, in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van één of meer medewerker(s) van het advocatenkantoor [advocatenkantoor] , met het oogmerk die medewerker(s), in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, meermalen telefonisch contact opgenomen, in elk geval contact gezocht met die medewerker(s) van het advocatenkantoor [advocatenkantoor] ;
hij op of omstreeks 22 juli 2013 in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, anderen of een ander, te weten één of meer medewerker(s) van het advocatenkantoor [advocatenkantoor] door enige andere feitelijkheid (dan geweld) gericht tegen die ander(en), wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen en/of te dulden, door vele malen, althans meermalen telefonisch contact op te nemen met die medewerker(s), waardoor die de telefoon (telkens) moesten opnemen en/of waardoor de telefoon (telkens) bezet werd.
hij in de periode van 18 september 2011 tot en met 2 mei 2012 te Groningen, in de gemeente Groningen, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , met het oogmerk die [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen en te dulden, bestaande uit:
hij op 22 juli 2013 in de gemeente Groningen, anderen, te weten medewerkers van het advocatenkantoor [advocatenkantoor] door enige andere feitelijkheid (dan geweld) gericht tegen die anderen, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, door vele malen telefonisch contact op te nemen met die medewerkers, waardoor die de telefoon (telkens) moesten opnemen.
Als de uitoefening van het ondervragingsrecht niet wordt gerealiseerd, moet de rechter onderzoeken of voldoende compenserende factoren hebben bestaan voor de door de verdediging ondervonden beperkingen bij het onderzoek naar de betrouwbaarheid van de verklaring van de getuige, waarmee ook de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing wordt gewaarborgd. Als de rechter oordeelt dat (vooralsnog) onvoldoende compenserende factoren hebben bestaan, onderzoekt hij of daartoe alsnog stappen kunnen worden gezet. Het gaat er daarbij in de kern om dat de rechter de betrouwbaarheid van de verklaring van de niet-ondervraagde getuige zorgvuldig onderzoekt, een en ander in samenhang met het overige bewijsmateriaal en in het licht van de betwisting door de verdachte van die verklaring. Van belang daarbij kunnen zijn verklaringen van personen tegenover wie de getuige - kort na de gebeurtenissen waar het om gaat - zijn of haar verhaal heeft gedaan of die anderszins feiten en omstandigheden waarop de getuigenverklaring ziet, kunnen bevestigen. Het kan onder omstandigheden ook gaan om verklaringen van deskundigen die de totstandkoming en de betrouwbaarheid van de verklaring van de niet-ondervraagde getuige dan wel de persoon van die getuige aan een onderzoek hebben onderworpen. Verder kan compensatie betrekking hebben op procedurele waarborgen zoals de beschikbaarheid van een audiovisuele vastlegging van het verhoor van de getuige of het ondervragen van de zojuist genoemde personen of deskundigen. In dit verband kan ook van belang zijn dat de verdediging wel een beperkte mogelijkheid heeft gehad om vragen te (doen) stellen aan de getuige.’
het hof begrijpt: 2011) regelmatig sms-berichten heeft gestuurd. Voorts heeft hij bij die gelegenheid verklaard dat hij [slachtoffer 1] op 2 mei 2012 heeft opgewacht, omdat hij wist dat zij via de Ossenmarkt (
het hof begrijpt: te Groningen) fietste en heeft hij haar gevraagd te stoppen, hetgeen zij niet heeft gedaan. Vervolgens is hij [slachtoffer 1] achterna gegaan en heeft hij haar in de Albert Heijn, gelegen aan de Vismarkt (
het hof begrijpt: te Groningen), nogmaals aangesproken.
het hof begrijpt: medebewoners van de woning/flat van [slachtoffer 1]) toen geprobeerd om hem weg te sturen.
het hof begrijpt: te Groningen) en dat hij toen met haar is meegelopen. De verdachte heeft ook verklaard dat hij niet kan ontkennen dat hij vaker bij [slachtoffer 1] (
het hof begrijpt: in/nabij de woning/flat van [slachtoffer 1]) is geweest.
belaging.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.