ECLI:NL:HR:2013:BZ3625

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
11/01971
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
  • N. Jörg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer door belaging via sms-berichten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was beschuldigd van belaging, waarbij hij stelselmatig inbreuk zou hebben gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer door het versturen van sms-berichten. De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof terecht had vastgesteld dat de verdachte stelselmatig inbreuk had gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, ondanks het feit dat er slechts een beperkt aantal sms-berichten in een korte periode was verstuurd. De Hoge Raad benadrukte dat de inhoud en de context van de sms-berichten, die steeds specifieker en indringender werden, een significante impact hadden op het leven van het slachtoffer. De Hoge Raad verwierp de middelen van de verdachte, die betoogde dat het Hof een onjuiste betekenis had gegeven aan het begrip 'stelselmatig'. De Hoge Raad bevestigde dat de gedragingen van de verdachte, in samenhang bezien, voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van belaging in de zin van artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak van het Gerechtshof werd daarmee bekrachtigd.

Uitspraak

12 maart 2013
Strafkamer
nr. S 11/01971
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 31 maart 2011, nummer 22/006445-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. F.G.L. van Ardenne en mr. M. de Kock-Molendijk, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
2.1. Het eerste middel klaagt dat het Hof ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde een onjuiste betekenis heeft toegekend aan het in de tenlastelegging voorkomende begrip 'stelselmatig'. Het tweede middel klaagt dat het Hof de bewezenverklaring onder 1, voor zover inhoudende dat de verdachte 'stelselmatig' inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], ontoereikend heeft gemotiveerd. De middelen lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
2.2.1. Overeenkomstig de tenlastelegging is ten laste van de verdachte onder 1 bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 24 mei 2009 tot en met 13 juni 2009 te Nederland wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], met het oogmerk [slachtoffer], vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, [slachtoffer] op zeer indringende wijze en zonder zijn identiteit prijs te geven een aantal smsjes gestuurd waaruit [slachtoffer] opmaakte dat hij, verdachte, haar voortdurend in de gaten hield en over persoonlijke informatie van haar, [slachtoffer], beschikte."
2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het proces-verbaal van de politie Haaglanden d.d. 25 mei 2009, nr. 1509/2009/1851, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (O/opv/A3 t/m O/opv/A6). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 25 mei 2009 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [slachtoffer], die aangifte deed:
Ik ben sinds medio juni 2007 werkzaam als inspecteur van politie Haaglanden. Op 20 mei 2009 ben ik op vakantie gegaan met mijn gezin naar de Beekse Bergen in Hilvarenbeek. Op 24 mei ontving ik op mijn diensttelefoon, voorzien van nummer 06-[001], een sms van het privé-nummer 06-[002] met de volgende tekst: "Every breath you take, every move you make, every step you take...I'll be watchin' you!"
Ik vond dit erg raar. Het spookte de hele dag door mijn hoofd wie het geweest zou kunnen zijn.
Op 24 mei 2009 omstreeks 21.10 uur kwamen wij thuis. Hiermee bedoel ik mijn huisadres alwaar ik en mijn gezin woonachtig zijn. Ik heb de kinderen op bed gelegd en ik ben vervolgens zelf ook naar bed gegaan. Te 21.57 uur kreeg ik weer een sms-bericht. In dit bericht stond: "Methodieken-spelletje: "Zoek het pijlbaken". You never walk alone. Shalom with [betrokkene 1]."
Op dit moment werd ik erg bang. Ik heb in het verleden bij Bureau Regionale Recherche diverse zware criminaliteitsonderzoeken gedraaid in samenwerking met de officier van justitie [betrokkene 1]. Omdat ik [betrokkene 1] wilde waarschuwen, heb ik haar voicemail ingesproken. Hierna heb ik direct mijn directe chef gebeld. Ik was bang dat mogelijk een peilbaken of een bom onder mijn auto zou zitten.
Op 25 mei heb ik [betrokkene 1] nogmaals gebeld. Ik heb haar toen de sms-berichten voorgelezen. Zij vroeg aan mij of ik mij kon herinneren welke zaken wij samen gedraaid hadden. Wij kwamen erachter dat wij samen een grote omvangrijke wapenhandel in 2005 hebben opgespoord. In deze zaak zijn enkele verdachten tot hoge straffen veroordeeld. Ik heb de hele nacht niet kunnen slapen en ik voel me erg bedreigd. Ik ben niet alleen bang voor mijn eigen veiligheid en gezondheid maar zeer zeker voor die van mijn kinderen. Mijn hele sociale leven is op dit moment ontwricht. Ik ben bang in mijn eigen huis en ook als ik in een auto moet stappen. Ik heb geen idee wie hier achter zit. Het is wel gelukt om mij angst aan te jagen.
Ik kan op dit moment in mijn werk niet goed functioneren omdat ik het gevoel heb dat ik continu achterom moet kijken. Het sms bericht zegt dat hij/zij op elk moment mij in de gaten houdt. Elke stap die ik doe zou hij/zij volgen. Hij/zij zegt zoek het pijlbaken.
Als ik op mijn bank zit, ben ik zelfs bang dat er iemand meeluistert. De telefoon waarop ik genoemde sms-berichten heb ontvangen, heb ik sedert 1999 in gebruik.
2. Het proces-verbaal van de politie Haaglanden d.d. 25 mei 2009, nr. 1509/2009/1851, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (O/opv/Al en O/opv/A2). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van deze opsporingsambtenaar:
Op 25 mei 2009 heb ik van [slachtoffer] een mondelinge klacht ontvangen terzake van 285b Wetboek van Strafrecht. De klager verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging over te gaan;
en
als de op 25 mei 2009 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [slachtoffer]:
ik heb aangifte gedaan van belaging door middel van de aan mij toegestuurde SMS-jes. De SMS-jes refereren kennelijk aan mijn werk. De SMS-jes hebben ertoe geleid dat mijn sociale leven ontwricht is en ik mijn werk niet meer goed kan doen. Ik verzoek dat er vervolging wordt ingesteld tegen de dader(s).
3. Het proces-verbaal van de politie Haaglanden d.d. 13 juli 2009, nr. 1509/2009/1851, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (O/opv/A20 t/m A24). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de (...) tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde nadere verklaring van aangeefster [slachtoffer]:
Op 25 mei 2009 heb ik aangifte gedaan van belaging.
Op 30 mei 2009 te 03.17 uur ontving ik een sms bericht, inhoudende:
Uitkomst 1e spelletje 48.19'29.25 N 16.25'55.03 Naaldwijkse [initialen]'s Brother in arms.
Naar aanleiding van dit sms bericht heb ik mijn telefoon afgegeven aan de teamleider van het politieonderzoek.
Met de initialen [initialen] onderteken ik geen processen-verbaal. Ik gebruik die initialen privé en de verdachte heeft deze kunnen vinden op schoolbank.nl. Hier staat ook vermeld dat ik uit Naaldwijk kom.
De sms-berichten spreken voor zich. De verdachte benadert mij hierin persoonlijk door mijn privé initialen te vermelden, evenals het feit dat ik opgegroeid ben in Naaldwijk, alsmede de tekst die hij gebruikt: "Every breath you take, every move you make, every step you take...I'll be watchin' you!".
4. Het proces-verbaal van de politie Haaglanden d.d. 24 juni 2009, nr. 1509/2009/1851, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (O/opv/AH9 en O/opv/AH10). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van deze opsporingsambtenaar:
Aangeefster [slachtoffer] ontving op zaterdag 30 mei 2009 te 3.17 uur een derde sms-bericht. Aangeefster bevond zich toen in het postcodegebied [postcode].
5. Een als bijlage bij het "Voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces" gevoegd geschrift, zijnde de schriftelijke slachtofferverklaring ondertekend door [slachtoffer]. Dit geschrift houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Op vrijdag 29 mei [2009] kwam ik 's-avonds thuis. Om 2.30 uur ben ik naar bed gegaan. Daarna ontving ik het derde sms'je. In dit sms'je relateerde de schrijver naar mijn afkomst uit Naaldwijk. In overleg met de Nationale Recherche is besloten om het huisadres te verlaten. Het reisbureau heeft in opdracht van de Nationale Recherche tickets geregeld voor een reis naar een buitenland. Ter plaatse hebben wij een kamer geboekt van 31 mei tot en met 16 juni 2009.
In de weken dat wij van huis zijn geweest heb ik mijn telefoon afgegeven aan de teamleider van het onderzoek.
6. De ter terechtzitting in eerste aanleg van 12 november 2009 afgelegde verklaring van de verdachte, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Op 24 mei 2009 te 00.57 uur heb ik een sms-bericht naar [slachtoffer] gestuurd met de tekst: "Every breath you take, every move you make, every step you take...I'll be watchin'you!" Ik heb daarbij mijn identiteit niet aan haar bekend gemaakt. Op 24 mei 2009 te 21:57 uur heb ik een tweede sms bericht naar [slachtoffer] gestuurd met de tekst: "Methodiekenspelletje: "Zoek het pijlbaken". You never walk alone. Shalom with [betrokkene 1]". Ik heb daarbij wederom mijn identiteit niet aan haar bekendgemaakt.
Op 30 mei 2009 te 03.17 uur heb ik een derde sms-bericht naar [slachtoffer] gestuurd met de tekst: "Uitkomst 1e spelletje 48.19'29.25 N 16.25'55.03 Naaldwijkse [initialen]'s Brother in arms."
U zegt mij dat de teksten die ik heb gebruikt als bedreigend werden ervaren door aangeefster. Ik heb er spijt van dat ik dat heb gedaan.
Ik heb de Nederlandse nationaliteit."
2.2.3. Het Hof heeft ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde voorts nog het volgende overwogen:
"I. Het hof is op grond van de bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte door middel van het versturen van sms-berichten stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster.
Daartoe acht het hof de volgende feiten en omstandigheden in het bijzonder redengevend.
De verdachte wist dat aangeefster bij de politie werkzaam is. De drie sms-berichten genoemde zijn 's avonds of 's nachts - in aangeefsters privétijd - verzonden. De sms-berichten zijn in relatief kort tijdsbestek verzonden; twee berichten zijn verstuurd binnen 24 uur. De sms-berichten zijn anoniem verzonden en worden in de tijd steeds specifieker en indringender en daarmee (be)dreigender. De zinsneden "I'll be watchin' you" en "You never walk alone" leveren, in onderlinge samenhang bezien, een bedreiging op.
Zinsneden in twee berichten refereren aan een grootschalig opsporingsonderzoek, waarbij aangeefster uit hoofde van haar functie bij de politie betrokken is geweest of aan persoonlijke gegevens van aangeefster.
Ten slotte acht het hof in het bijzonder redengevend dat deze sms-berichten, (de Hoge Raad leest:) blijkens de ter terechtzitting door de advocaat-generaal bij haar requisitoir betrokken inhoud van de schriftelijke slachtofferverklaring, daadwerkelijk een impact hebben gehad op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster en haar gezin.
II. De inhoud van de onder 4 en 5 gebezigde bewijsmiddelen acht het hof in het bijzonder redengevend voor de vaststelling dat aangeefster zich, toen zij kennis nam van het derde sms bericht, inhoudende "Uitkomst 1e spelletje 48.19'29.25 N 16.25'55.03 Naaldwijkse [initialen]'s Brother in arms.", in Nederland bevond."
2.3. De tenlastelegging onder 1 is toegesneden op art. 285b, eerste lid, Sr. Daarom moet de in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomende uitdrukking 'stelselmatig' geacht worden aldaar te zijn gebezigd in dezelfde betekenis als daaraan toekomt in dat artikel.
2.4. Art. 285b, eerste lid, Sr luidt:
"Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie."
2.5. Mede gelet op de ontstaansgeschiedenis van art. 285b, eerste lid, Sr, zoals weergegeven in de conclusie van de Advocaat-generaal onder 12, en in aanmerking genomen hetgeen de bewijsmiddelen inhouden omtrent de indringendheid, de duur en de frequentie alsmede omtrent de aard van de gedragingen van de verdachte en de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden, geeft het oordeel van het Hof dat de verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] niet blijk van een onjuiste uitleg van art. 285b, eerste lid, Sr. De omstandigheid dat slechts een beperkt aantal sms-berichten in een periode van een week zijn verstuurd staat in dit geval niet aan het aannemen van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] in de weg. Daarbij neemt de Hoge Raad in aanmerking dat het Hof heeft vastgesteld dat de drie anoniem verzonden sms-berichten gaandeweg specifieker en indringender werden, refereerden aan de functionele betrokkenheid van [slachtoffer] bij een grootschalig opsporingsonderzoek naar wapenhandel, leidden tot angst voor haar eigen veiligheid en die van haar kinderen, en tot ontwrichting van haar sociale leven, haar belemmerden in haar werk, en teweegbrachten dat zij tijdelijk in het buitenland is ondergebracht. Het oordeel van het Hof is tevens toereikend gemotiveerd.
2.6. De middelen falen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 12 maart 2013.