AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Belastingrente en evenredigheidsbeginsel in verliesverrekening bij inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant over de belastingrente die in rekening is gebracht bij een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2012. De belanghebbende had een onjuiste aangifte IB 2015 ingediend door een fout in een softwarepakket, wat leidde tot een verliesverrekening met het jaar 2012. De inspecteur verrekende dit verlies, waardoor de aanslag IB 2012 met € 43.710 werd verminderd, maar vergoedde geen belastingrente. Na een verbeterde aangifte werd een navorderingsaanslag opgelegd, waarbij € 9.438 belastingrente werd berekend over een lange periode. Het hof oordeelt dat de inspecteur het zorgvuldigheidsbeginsel niet heeft geschonden, maar dat de belastingrente in dit geval onevenredig is. Het hof concludeert dat de wetgever niet heeft voorzien in de situatie waarin belastingrente wordt berekend over een periode waarin de Belastingdienst al over het geld beschikte. Het hof vermindert de belastingrente tot € 809, wat het werkelijke rentevoordeel van de belanghebbende is. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en de inspecteur wordt veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten.
Voetnoten
1.Kamerstukken II, 2011-2012, 33 003, nr. 3, p. 32-33.
2.Kamerstukken II, 1985-1986, 19 557, nr. 3, p. 9.
3.Kamerstukken II, 2011-2012, 33 003, nr. 10, p. 99.
4.Kamerstukken II, 2011-2012, 33 003, nr. 10, p. 100.
6.Besluit Fiscaal Bestuursrecht 9 mei 2017, nr. 2017-1209, Stcrt. 2017, 28270.
8.1 punt voor beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, zie Besluit proceskosten bestuursrecht.
9.1 punt voor beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, zie Besluit proceskosten bestuursrecht.