Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“dan zaten we in de auto en dan ging hij gewoon met zijn handen mijn blouse in en dan zei hij “lekker dikke bollen”.”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
De motivering van de beslissing in hoger beroep
de grieven 1, 2 en 3voert [appellant] samengevat aan dat het belang van [appellant] op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer in de vorm van zijn goede naam zwaarder dient te wegen dan het belang van [geïntimeerde] op haar vrijheid van meningsuiting. Bij deze belangenafweging spelen volgens [appellant] de volgende omstandigheden een rol: (i) de beschuldigingen zijn van een zeer ernstige aard, (ii) de gevolgen van de beschuldigingen zijn voor [appellant] groot (zowel privé als zakelijk), (iii) de beschuldigingen vinden geen steun in het feitenmateriaal en (iv) [geïntimeerde] heeft geen belang bij het doen van de beschuldigingen anders dan [appellant] in een kwaad daglicht stellen.
grief 5betoogt [appellant] dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld door medische vertrouwelijke gegevens van [geïntimeerde] te gebruiken en aan derden te verstrekken zonder toestemming van [geïntimeerde] . De grief heeft betrekking op de hiervoor onder 4.2 genoemde reconventionele vordering van [geïntimeerde] . De rechtbank heeft die vordering enkel beoordeeld op de onder 4.2 (ii) genoemde grondslag, het zonder toestemming verstrekken van medische informatie.